Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. iemand aanspreken:


Dutch

Detailed Translations for iemand aanspreken from Dutch to French

iemand aanspreken:

iemand aanspreken verb

  1. iemand aanspreken (spreken tot iemand; iemand adresseren; iemand toespreken)
    adresser; adresser la parole; s'adresser à
    • adresser verb (adresse, adresses, adressons, adressez, )

Translation Matrix for iemand aanspreken:

NounRelated TranslationsOther Translations
adresser la parole spreken tot; toespreken
VerbRelated TranslationsOther Translations
adresser iemand aanspreken; iemand adresseren; iemand toespreken; spreken tot iemand adres aanbrengen; adresseren
adresser la parole iemand aanspreken; iemand adresseren; iemand toespreken; spreken tot iemand
s'adresser à iemand aanspreken; iemand adresseren; iemand toespreken; spreken tot iemand bevragen

Related Translations for iemand aanspreken