Dutch
Detailed Translations for iets afhandelen from Dutch to French
iets afhandelen:
-
iets afhandelen (behandelen)
traiter à fond; régler-
traiter à fond verb
-
régler verb (règle, règles, réglons, réglez, règlent, réglais, réglait, réglions, régliez, réglaient, réglai, réglas, régla, réglâmes, réglâtes, réglèrent, réglerai, régleras, réglera, réglerons, réglerez, régleront)
-
Translation Matrix for iets afhandelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
régler | behandelen; iets afhandelen | aanpassen; aanzuiveren; afbetalen; afdoen; aflossen; afrekenen; afstellen; afstemmen; betalen; bijleggen; bijstellen; effenen; egaliseren; fiksen; gelijkschakelen; genoegdoen; goedmaken; herstellen; in orde maken; inlossen; instellen; klaren; maken; nabetalen; rechtzetten; regelen; repareren; ruzie afsluiten; ruzie bijleggen; uitpraten; vereffenen; verrekenen; voldoen |
traiter à fond | behandelen; iets afhandelen |