Noun | Related Translations | Other Translations |
apathie
|
daadloosheid; indolentie; inertie; lamlendigheid; langzaamheid; lethargie; logheid; luiheid; slapte; sloomheid; traagheid; willoosheid
|
apathie; futloosheid; lauwheid; loomheid; lusteloosheid; matheid; ongeanimeerdheid; slapheid
|
indolence
|
indolentie; inertie; lamlendigheid; langzaamheid; logheid; luiheid; slapte; sloomheid; traagheid
|
apathie; gemakzucht; indolentie; laksheid; lauwheid; lusteloosheid; ongeanimeerdheid; onverschilligheid; vadsigheid
|
inertie
|
daadloosheid; indolentie; inertie; lamlendigheid; langzaamheid; lethargie; logheid; luiheid; slapte; sloomheid; traagheid; willoosheid
|
lethargie; levenloosheid
|
lenteur
|
indolentie; inertie; lamlendigheid; langzaamheid; logheid; luiheid; slapte; sloomheid; traagheid
|
lethargie
|
lourdeur
|
indolentie; inertie; lamlendigheid; langzaamheid; logheid; luiheid; slapte; sloomheid; traagheid
|
botheid; futloosheid; lompheid; loomheid; matheid; onbeschaafdheid; onbeschoftheid; ongeliktheid; ongemanierdheid; slapheid
|
léthargie
|
indolentie; inertie; lamlendigheid; langzaamheid; logheid; luiheid; slapte; sloomheid; traagheid
|
lethargie
|
manque de volonté
|
daadloosheid; inertie; lethargie; willoosheid
|
|
narcolepsie
|
indolentie; inertie; lamlendigheid; langzaamheid; logheid; luiheid; slapte; sloomheid; traagheid
|
|
paresse
|
indolentie; inertie; lamlendigheid; langzaamheid; logheid; luiheid; slapte; sloomheid; traagheid
|
arbeidsschuw; futloosheid; geluier; gemakzucht; loomheid; luilakkerij; matheid; slapheid
|