Dutch

Detailed Translations for korzeligheid from Dutch to French

korzeligheid:


korzelig:


Translation Matrix for korzelig:

NounRelated TranslationsOther Translations
court tennisbaan; tennisveld
droit aanspraak; gegrondheid; gelijk; gerechtigdheid; gerechtigheid; recht; rechtsgrond; rechtstitel; rechtswetenschap; titel
grincheux chagrijn; chagrijnen; spelbreker; zuurpruim; zuurpruimen
grognon brombeer; brompot; grompot; kankeraar; knorrepot; mopperaar
juste eerlijke; rechtschapene; rechtvaardige
sensible waarneembaarheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bref kortaf; korzelig; snauwend; wrevelig beknopt; bondig; eenvoudigweg; haastig; in het kort; kernachtig; kort; kortom; kortstondig; kortweg; minimaal; raak; samengevat; summier; terloops; vluchtig; zonder omhaal
brusque chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks abrupt; bruusk; eensklaps; ineens; kortaf; nors; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onzacht; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk
court kortaf; korzelig; snauwend; wrevelig beknopt; haastig; kortstondig; summier; terloops; vluchtig
d'un air maussade kortaf; korzelig; snauwend; wrevelig
d'un ton bourru chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks brommerig; mopperig
d'un ton râleur chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks brommerig; mopperig
d'un ton traînard chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks beklagend; gemelijk; knorrig; negatief; nurks; stuurs; wrevelig; zeurderig
de mauvaise humeur chagrijnig; knorrig; kortaf; korzelig; nors; nurks; snauwend; wrevelig chagrijnig; gemelijk; gepikeerd; geprikkeld; humeurig; knorrig; misnoegd; nurks; ongenietbaar; ontstemd; sikkeneurig; slecht gehumeurd; slecht geluimd; wrevelig
droit chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks braaf; eerlijk; fideel; kaarsrecht; lijnrecht; loodrecht; open; openhartig; openlijk; oprecht; recht; rechtdoorzee; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; ronduit; trouwhartig
excitable aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt aangebrand; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; kregel; pissig; prikkelbaar
fixe chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks bestendig; definitief; geconcentreerd; ingespannen; onafgewend; onbuigzaam; onveranderlijk; onverzettelijk; permanent; star; stijfkoppig; strak; stug; taai; van sterk gehalte; vastgesteld; vaststaand; verdiept; verstard
grincheuse chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks beklagend; brommerig; gebelgd; gekwetst; gemelijk; knorrig; misnoegd; mopperig; negatief; nurks; stuurs; verontwaardigd; verstoord; wrevelig; zeurderig
grincheux aangebrand; chagrijnig; gevoelig; humeurig; knorrig; korzelig; lichtgeraakt; nors; nurks beklagend; bokkig; brommerig; chagrijnig; gebelgd; gekwetst; gemelijk; gepikeerd; geprikkeld; humeurig; knorrig; misnoegd; mopperig; negatief; nukkig; nurks; ontevreden; ontstemd; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stuurs; verontwaardigd; verstoord; wrevelig; zeurderig
grognon aangebrand; chagrijnig; gevoelig; humeurig; knorrig; korzelig; lichtgeraakt; nors; nurks brommerig; brommmerig; chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; mopperig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stuurs; wrevelig
grognonne chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks brommerig; mopperig
grondeur aangebrand; chagrijnig; gevoelig; humeurig; knorrig; korzelig; lichtgeraakt; nors; nurks gemelijk; knorrig; nurks; stuurs; wrevelig
impassible chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks bedaard; emotieloos; gelijkmoedig; gerust; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; kalm; koel; koelbloedig; koud; liefdeloos; luchthartig; onaandoenlijk; onaangebroken; onaangedaan; onaangeroerd; onaangetast; onbekommerd; onberoerd; onbesuisd; onbewogen; onbezorgd; onbuigzaam; onderkoeld; ongebruikt; ongehinderd; ongemoeid; ongeopend; ongestoord; ongevoelig; onverschillig; onverschrokken; onverstoord; onverzettelijk; onverzwakt; rustig; star; stijfkoppig; strak; stug; taai; verstard; vrijuit; zielloos; zorgeloos
irascible aangebrand; chagrijnig; gevoelig; humeurig; knorrig; kortaf; korzelig; lichtgeraakt; nors; nurks; snauwend; wrevelig aangebrand; chagrijnig; gemelijk; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; heetbloedig; heetgebakerd; heethoofdig; humeurig; knorrig; kregel; kregelig; kribbig; nurks; pissig; prikkelbaar; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stuurs; wrevelig
irritable aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt aangebrand; boos; furieus; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; heetbloedig; heethoofdig; kregel; kwaad; kwalijknemend; nijdig; pissig; prikkelbaar; razend; spinnijdig; toornig; vertoornd; woest; ziedend
irrité chagrijnig; knorrig; kortaf; korzelig; nors; nurks; snauwend; wrevelig aangebrand; bitter teleurgesteld; boos; chagrijnig; furieus; geagiteerd; gebelgd; gebeten; gemelijk; gepikeerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; grimmig; humeurig; knorrig; kwaad; levendig; misnoegd; nijdig; nurks; onderdrukt; ontevreden; ontstemd; opgekropt; pissig; prikkelbaar; razend; sikkeneurig; slecht gehumeurd; spinnijdig; toornig; verbeten; verbitterd; vergramd; verhit; verkropt; vertoornd; woest; wrevelig; ziedend
juste chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks aannemelijk; beslist; braaf; correct; daarnet; degelijk; eerlijk; eng; fair; feitelijk; geconcentreerd; gefundeerd; gegrond; geheid; geldig; gewis; goed; grondig; heus; ingespannen; integer; juist; kloppend; krap; krek; logisch; met weinig ruimte; nauw; nauwsluitend; net; nog maar; onbesproken; onkreukbaar; op goede gronden steunend; pas; precies; rakelings; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; reëel; solide; steekhoudend; stellig; strak; ternauwernood; uitgerekend; valabel; valide; van sterk gehalte; vast; vast en zeker; verdiept; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker; zojuist; zonet; zorgvuldig
maussade chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks bedrukt; beklagend; brommerig; chagrijnig; druilerig; gedrukt; gemelijk; grauw; humeurig; knorrig; miezerig; mismoedig; mistroostig; moedeloos; mopperig; naargeestig; narrig; neerslachtig; negatief; nurks; ongeanimeerd; pessimistisch; sikkeneurig; slecht gehumeurd; somber; stuurs; teneergeslagen; terneergeslagen; triest; troosteloos; verdrietig; vreugdeloos; wrevelig; zeurderig; zwaarmoedig
raide chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks afgemeten; beschonken; bezopen; dronken; harkerig; houterig; krukkig; ladderzat; nauw; nauwsluitend; onbeholpen; onbuigzaam; onhandig; onverzettelijk; opgemeten; platzak; schutterig; slungelig; star; stijf; stijfjes; stijfkoppig; stijve; strak; stram; stroef; stug; stumperig; stuntelig; sukkelig; taai; verstard; zat
rigide chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks fel; gestreng; hanig; met grote juistheid; nauwgezet; niet toegevend; onbuigzaam; onvermurwbaar; onverzettelijk; pinnig; scherp; snibbig; star; stijfkoppig; strak; streng; strikt; stringent; stug; taai; verstard; vinnig; vlijmend; volgens de regels
rude chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks agressief; bar; barbaars; beestachtig; bruut; fel; gestreng; gewelddadig; hanig; hard; hardhandig; inhumaan; monsterlijk; niet toegevend; onbegroeid; ongetemd; onmenselijk; onzacht; pinnig; ruig; ruige; ruw; scherp; snibbig; streng; vinnig; vlijmend; wild; woest; wreed
sensible aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt aangebrand; aanraakbaar; concreet; duidelijk; emotioneel; fijngevoelig; fijnzinnig; geprikkeld; gevoelig; geërgerd; geïrriteerd; grijpbaar; konkreet; kregel; kwalijknemend; ontvankelijk; openstaand; pijnlijk; pissig; prikkelbaar; sensueel; stoffelijk; tastbaar; teerbesnaard; teergevoelig; teerhartig; vatbaar; voelbaar; weekhartig; wulps; zeer; zinlijk
sensiblement aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt kwalijknemend
serré chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks beklemd; bekneld; bekrompen; benepen; dringend; eng; geklemd; kleingeestig; kleinzielig; klemgereden; klemgezet; klemmend; krap; met spoed; met weinig ruimte; nauw; nauwsluitend; onbuigzaam; onverzettelijk; smal; smalletjes; spoedeisend; stijfkoppig; strak; stug; taai; urgent; van geringe breedte
susceptible aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt aangebrand; geprikkeld; gevoelig; geërgerd; geïrriteerd; kwalijknemend; ontvankelijk; openstaand; pissig; prikkelbaar; slap; teergevoelig; vatbaar; zwak
tendu chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks bespannen; geconcentreerd; gespannen; gestrekt; gestressd; ingespannen; onbuigzaam; onverzettelijk; opgejaagd; stijfkoppig; stug; taai; uitgerekt; van sterk gehalte; verdiept

Related Words for "korzelig":


Wiktionary Translations for korzelig:


Cross Translation:
FromToVia
korzelig irritable cantankerous — ill-tempered, cranky, surly, crabby
korzelig grognon grumpy — unhappy and/or irritable