Summary
Dutch to French: more detail...
- letten op:
- opletten:
-
Wiktionary:
- letten op → surveiller
- letten op → prendre garde
- opletten → faire attention, surveiller
- opletten → guetter, tendre l'oreille, assurer, prêter attention, faire attention, être attentif, regarder, observer, surveiller, prendre garde, faire gaffe
Dutch
Detailed Translations for letten op from Dutch to French
letten op:
-
letten op
Conjugations for letten op:
o.t.t.
- let op
- let op
- let op
- letten op
- letten op
- letten op
o.v.t.
- lette op
- lette op
- lette op
- letten op
- letten op
- letten op
v.t.t.
- heb opgelet
- hebt opgelet
- heeft opgelet
- hebben opgelet
- hebben opgelet
- hebben opgelet
v.v.t.
- had opgelet
- had opgelet
- had opgelet
- hadden opgelet
- hadden opgelet
- hadden opgelet
o.t.t.t.
- zal letten op
- zult letten op
- zal letten op
- zullen letten op
- zullen letten op
- zullen letten op
o.v.t.t.
- zou letten op
- zou letten op
- zou letten op
- zouden letten op
- zouden letten op
- zouden letten op
diversen
- let op!
- let op!
- opgelet
- oplettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for letten op:
Verb | Related Translations | Other Translations |
faire attention à | letten op |
Wiktionary Translations for letten op:
letten op
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• letten op | → prendre garde | ↔ mind — to pay attention to |
opletten:
-
opletten (aandachtig luisteren; toeluisteren)
-
opletten (aandacht erbij houden)
-
opletten (uitkijken voor; oppassen)
-
opletten (in de gaten houden; in het oog houden; toezien)
observer; regarder-
observer verb (observe, observes, observons, observez, observent, observais, observait, observions, observiez, observaient, observai, observas, observa, observâmes, observâtes, observèrent, observerai, observeras, observera, observerons, observerez, observeront)
-
regarder verb (regarde, regardes, regardons, regardez, regardent, regardais, regardait, regardions, regardiez, regardaient, regardai, regardas, regarda, regardâmes, regardâtes, regardèrent, regarderai, regarderas, regardera, regarderons, regarderez, regarderont)
-
-
opletten (bij de les blijven)
-
opletten (hoeden voor)
Conjugations for opletten:
o.t.t.
- let op
- let op
- let op
- letten op
- letten op
- letten op
o.v.t.
- lette op
- lette op
- lette op
- letten op
- letten op
- letten op
v.t.t.
- heb opgelet
- hebt opgelet
- heeft opgelet
- hebben opgelet
- hebben opgelet
- hebben opgelet
v.v.t.
- had opgelet
- had opgelet
- had opgelet
- hadden opgelet
- hadden opgelet
- hadden opgelet
o.t.t.t.
- zal opletten
- zult opletten
- zal opletten
- zullen opletten
- zullen opletten
- zullen opletten
o.v.t.t.
- zou opletten
- zou opletten
- zou opletten
- zouden opletten
- zouden opletten
- zouden opletten
diversen
- let op!
- let op!
- opgelet
- oplettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for opletten:
Synonyms for "opletten":
Related Definitions for "opletten":
Wiktionary Translations for opletten:
opletten
Cross Translation:
verb
opletten
-
bij voortduring aandachtig zijn
- opletten → faire attention
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opletten | → guetter; tendre l'oreille | ↔ listen — to expect or wait for a sound |
• opletten | → assurer | ↔ make sure — to verify; to recheck; to use extra care or caution |
• opletten | → prêter attention; faire attention; être attentif | ↔ pay attention — to be attentive |
• opletten | → regarder; observer | ↔ watch — to observe |
• opletten | → surveiller | ↔ watch — to attend or guard |
• opletten | → faire attention; prendre garde; faire gaffe | ↔ watch — to be wary |