Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In Nederlands
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/French
->Translate minvermogendheid
Translate
minvermogendheid
from Dutch to French
Search
Remove Ads
Summary
Dutch to French:
more detail...
minvermogendheid:
besoin
;
nécessité
;
pauvreté
;
infortune
;
indigence
Dutch
Detailed Translations for
minvermogendheid
from Dutch to French
minvermogendheid:
minvermogendheid
[
znw.
]
noun
minvermogendheid
(
behoeftigheid
;
armelijkheid
)
le
besoin
;
la
nécessité
;
la
pauvreté
;
l'
infortune
;
l'
indigence
besoin
[
le ~
]
noun
nécessité
[
la ~
]
noun
pauvreté
[
la ~
]
noun
infortune
[
la ~
]
noun
indigence
[
la ~
]
noun
Translation Matrix for
minvermogendheid
:
Noun
Related Translations
Other Translations
besoin
armelijkheid
;
behoeftigheid
;
minvermogendheid
armoede
;
behoefte
;
behoeftigheid
;
ellende
;
gebrek
;
gemis
;
hulpbehoevendheid
;
krapte
;
malheur
;
moeilijkheden
;
nood
;
noodtoestand
;
ongeluk
;
onheil
;
onspoed
;
pech
;
ramp
;
rampspoed
;
schaarsheid
;
schaarste
;
tegenslag
;
tegenspoed
;
tekort
;
terugslagen
indigence
armelijkheid
;
behoeftigheid
;
minvermogendheid
behoeftigheid
;
hulpbehoevendheid
;
lauwheid
;
lusteloosheid
;
nood
;
noodtoestand
;
noodwendigheid
;
ongeanimeerdheid
infortune
armelijkheid
;
behoeftigheid
;
minvermogendheid
armzaligheid
;
ellende
;
gebrek
;
haveloosheid
;
karigheid
;
krapte
;
malheur
;
moeilijkheden
;
ongeluk
;
onheil
;
onspoed
;
pech
;
poverheid
;
ramp
;
rampspoed
;
schaarsheid
;
schaarste
;
schamelheid
;
schraalheid
;
sjofelheid
;
tegenslag
;
tegenspoed
;
tekort
;
terugslagen
nécessité
armelijkheid
;
behoeftigheid
;
minvermogendheid
behoeftigheid
;
elementaire zaak
;
haveloosheid
;
hulpbehoevendheid
;
nood
;
noodwendigheid
;
noodzaak
;
sjofelheid
pauvreté
armelijkheid
;
behoeftigheid
;
minvermogendheid
armoede
;
armoedigheid
;
armzaligheid
;
behoeftigheid
;
eenvoud
;
ellende
;
gebrek
;
haveloosheid
;
hulpbehoevendheid
;
ielheid
;
karigheid
;
krapte
;
magerheid
;
magerte
;
nood
;
noodwendigheid
;
poverheid
;
schaarsheid
;
schaarste
;
schamelheid
;
schraalheid
;
simpelheid
;
sjofelheid
;
soberheid
;
stumperigheid
;
tekort
Remove Ads
Remove Ads