Dutch

Detailed Translations for naïviteit from Dutch to French

naïviteit:

naïviteit [de ~ (v)] noun

  1. de naïviteit (goedgelovigheid; lichtgelovigheid; naïveteit)
    la naïveté; la crédulité
  2. de naïviteit (onnozelheid; simpelheid; kinderlijkheid; naïveteit)
    la simplicité; l'ignorance; l'innocence; la candeur; la niaiserie; la naïveté; l'ingénuité; le fait d'être bonasse

Translation Matrix for naïviteit:

NounRelated TranslationsOther Translations
candeur kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid argeloosheid; naïveteit; onbedorvenheid; onschuld
crédulité goedgelovigheid; lichtgelovigheid; naïveteit; naïviteit
fait d'être bonasse kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid
ignorance kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid duister; onbekendheid; ondeskundigheid; onkunde; onkundigheid; onwetendheid
ingénuité kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid argeloosheid; naïveteit; onbedorvenheid; onschuld
innocence kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid argeloosheid; naïveteit; onbedorvenheid; onschuld
naïveté goedgelovigheid; kinderlijkheid; lichtgelovigheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid argeloosheid; naïveteit; onbedorvenheid; onschuld
niaiserie kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid gebroddel; geklungel; ongein; schaapachtigheid
simplicité kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid argeloosheid; bescheidenheid; eenvoud; eenvoudigheid; makkelijkheid; natuurlijkheid; naïveteit; onbedorvenheid; ongekunsteldheid; onschuld; pretentieloosheid; simpelheid; simpliciteit; soberheid

Related Words for "naïviteit":

  • naïviteiten