Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. ontsluitingen:
  2. ontsluiting:


Dutch

Detailed Translations for ontsluitingen from Dutch to French

ontsluitingen:

ontsluitingen [de ~] noun, plural

  1. de ontsluitingen (ontginningen; openleggingen)
    l'exploitations; le défrichements

Translation Matrix for ontsluitingen:

NounRelated TranslationsOther Translations
défrichements ontginningen; ontsluitingen; openleggingen
exploitations ontginningen; ontsluitingen; openleggingen

Related Words for "ontsluitingen":


ontsluitingen form of ontsluiting:

ontsluiting [de ~ (v)] noun

  1. de ontsluiting (openlegging; ontsluiten)
    la dilatation; l'ouverture

Translation Matrix for ontsluiting:

NounRelated TranslationsOther Translations
dilatation ontsluiten; ontsluiting; openlegging verbreding; verwijding
ouverture ontsluiten; ontsluiting; openlegging aanvang; begin; brandpuntsverhouding; bres; f-getal; gat; inzet; lek; lekken; opendoen; openduwen; opening; openmaken; openstelling; openstoten; ouverture; start

Related Words for "ontsluiting":