Dutch

Detailed Translations for opkikker from Dutch to French

opkikker:

opkikker [znw.] noun

  1. opkikker (borreltje; hartversterking; borrel; opkikkertje)

Translation Matrix for opkikker:

NounRelated TranslationsOther Translations
petit verre de genièvre borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje
remontant borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje
ModifierRelated TranslationsOther Translations
remontant hartsterkend; opmonterend

Related Words for "opkikker":


opkikker form of opkikkeren:

opkikkeren verb (kikker op, kikkert op, kikkerde op, kikkerden op, opgekikkerd)

  1. opkikkeren (opknappen)
    se requinquer; ragaillardir; réconforter; se retaper; remonter le moral à
    • ragaillardir verb (ragaillardis, ragaillardit, ragaillardissons, ragaillardissez, )
    • réconforter verb (réconforte, réconfortes, réconfortons, réconfortez, )
    • se retaper verb

Conjugations for opkikkeren:

o.t.t.
  1. kikker op
  2. kikkert op
  3. kikkert op
  4. kikkeren op
  5. kikkeren op
  6. kikkeren op
o.v.t.
  1. kikkerde op
  2. kikkerde op
  3. kikkerde op
  4. kikkerden op
  5. kikkerden op
  6. kikkerden op
v.t.t.
  1. ben opgekikkerd
  2. bent opgekikkerd
  3. is opgekikkerd
  4. zijn opgekikkerd
  5. zijn opgekikkerd
  6. zijn opgekikkerd
v.v.t.
  1. was opgekikkerd
  2. was opgekikkerd
  3. was opgekikkerd
  4. waren opgekikkerd
  5. waren opgekikkerd
  6. waren opgekikkerd
o.t.t.t.
  1. zal opkikkeren
  2. zult opkikkeren
  3. zal opkikkeren
  4. zullen opkikkeren
  5. zullen opkikkeren
  6. zullen opkikkeren
o.v.t.t.
  1. zou opkikkeren
  2. zou opkikkeren
  3. zou opkikkeren
  4. zouden opkikkeren
  5. zouden opkikkeren
  6. zouden opkikkeren
diversen
  1. kikker op!
  2. kikkert op!
  3. opgekikkerd
  4. opkikkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opkikkeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ragaillardir opkikkeren; opknappen blij maken; fleurig maken; opfleuren; opmonteren; verfrissen; verkwikken; vrolijker worden
remonter le moral à opkikkeren; opknappen blij maken; fleurig maken; opfleuren; opmonteren; verfrissen; verkwikken; vrolijker worden
réconforter opkikkeren; opknappen bemoedigen; blij maken; ondersteunen; opbeuren; opfleuren; opkalefateren; opknappen; oplappen; opmonteren; opvijzelen; troosten; verfrissen; verkwikken; vertroosten; vrolijker worden
se requinquer opkikkeren; opknappen blij maken; opfleuren; opmonteren; verkwikken; vrolijker worden
se retaper opkikkeren; opknappen