Dutch

Detailed Translations for opzij leggen from Dutch to French

opzij leggen:

opzij leggen verb (leg opzij, legt opzij, legde opzij, legden opzij, opzij gelegd)

  1. opzij leggen (oppotten; hamsteren; potten)
    mettre de côté; stocker; entasser; amasser; faire des réserves; séparer; accaparer; isoler; mettre à l'écart
    • stocker verb (stocke, stockes, stockons, stockez, )
    • entasser verb (entasse, entasses, entassons, entassez, )
    • amasser verb (amasse, amasses, amassons, amassez, )
    • séparer verb (sépare, sépares, séparons, séparez, )
    • accaparer verb (accapare, accapares, accaparons, accaparez, )
    • isoler verb (isole, isoles, isolons, isolez, )
  2. opzij leggen (wegzetten; bewaren)
    garder; ranger; mettre de côté
    • garder verb (garde, gardes, gardons, gardez, )
    • ranger verb (range, ranges, rangeons, rangez, )

Conjugations for opzij leggen:

o.t.t.
  1. leg opzij
  2. legt opzij
  3. legt opzij
  4. leggen opzij
  5. leggen opzij
  6. leggen opzij
o.v.t.
  1. legde opzij
  2. legde opzij
  3. legde opzij
  4. legden opzij
  5. legden opzij
  6. legden opzij
v.t.t.
  1. heb opzij gelegd
  2. hebt opzij gelegd
  3. heeft opzij gelegd
  4. hebben opzij gelegd
  5. hebben opzij gelegd
  6. hebben opzij gelegd
v.v.t.
  1. had opzij gelegd
  2. had opzij gelegd
  3. had opzij gelegd
  4. hadden opzij gelegd
  5. hadden opzij gelegd
  6. hadden opzij gelegd
o.t.t.t.
  1. zal opzij leggen
  2. zult opzij leggen
  3. zal opzij leggen
  4. zullen opzij leggen
  5. zullen opzij leggen
  6. zullen opzij leggen
o.v.t.t.
  1. zou opzij leggen
  2. zou opzij leggen
  3. zou opzij leggen
  4. zouden opzij leggen
  5. zouden opzij leggen
  6. zouden opzij leggen
diversen
  1. leg opzij!
  2. legt opzij!
  3. opzij gelegd
  4. opzij leggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

opzij leggen [znw.] noun

  1. opzij leggen

Translation Matrix for opzij leggen:

NounRelated TranslationsOther Translations
mise à l'écart opzij leggen
VerbRelated TranslationsOther Translations
accaparer hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten inpakken; inpalmen; opkopen; overnemen
amasser hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten accumuleren; bijeen drommen; bijeenschrapen; bijeenzamelen; bijeenzoeken; hopen; inzamelen; op bankrekening zetten; op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; oppakken; oppikken; oppotten; oprapen; opsnappen; opstapelen; sparen; stapelen; vergaren; verzamelen
entasser hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten accumuleren; hopen; op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; opstapelen; stapelen; zich ophopen; zich opstapelen
faire des réserves hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten
garder bewaren; opzij leggen; wegzetten achterhouden; behoeden; behouden; beschermen; beveiligen; bewaken; bewaren; conserveren; deponeren; geen afstand doen van; gevangen zetten; handhaven; hoeden; houden; in bescherming nemen; in de cel zetten; inhouden; interneren; isoleren; leggen; neerleggen; niet laten gaan; openhouden; opsluiten; patrouilleren; plaatsen; reserveren; stand houden; surveilleren; toezicht houden; toezien; van alarm voorzien; vasthouden; vastzetten; voorbehouden; vrijhouden; wegleggen
isoler hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten afdichten; afscheiden; afsplitsen; afzijdig stellen; afzonderen; apart zetten; dichten; isoleren; koudebestendig maken
mettre de côté bewaren; hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten; wegzetten afzonderen; apart zetten; isoleren; op bankrekening zetten; opbergen; opsparen; opzijzetten; reserveren; sparen; voorbehouden; wegbergen
mettre à l'écart hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten afzonderen; apart zetten; eruit laten; isoleren; reserveren; voorbehouden
ranger bewaren; opzij leggen; wegzetten archiveren; bergen; bewaren; bijeen scharrelen; deponeren; inschikken; leggen; neerleggen; opbergen; opruimen; opschonen; opslaan; parkeren; plaatsen; rangordenen; rangschikken; samenpakken; samenrapen; scharen; stallen; stouwen; vlijen; wegbergen; wegleggen; zetten
stocker hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten bergen; bewaren; deponeren; opruimen; opslaan
séparer hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten afbreken; afrukken; afscheiden; afscheuren; afsplijten; afsplitsen; afzonderen; apart zetten; breken; delen; doorzijgen; filteren; filtreren; isoleren; loskoppelen; neerhalen; omverhalen; opdelen; opsplitsen; ordenen; rangeren; scheiden; schiften; separeren; slopen; sorteren; splitsen; uit elkaar gaan; uit elkaar halen; uit elkaar plaatsen; uiteengaan; uiteenplaatsen; uiteenzetten; uitsplitsen; uitzoeken; van elkaar gaan; zeven; ziften

Related Translations for opzij leggen