Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. overbelichten:


Dutch

Detailed Translations for overbelichten from Dutch to French

overbelichten:

overbelichten verb (overbelicht, overbelichtte, overbelichtten, overbelicht)

  1. overbelichten
    surexposer
    • surexposer verb (surexpose, surexposes, surexposons, surexposez, )

Conjugations for overbelichten:

o.t.t.
  1. overbelicht
  2. overbelicht
  3. overbelicht
  4. overbelichten
  5. overbelichten
  6. overbelichten
o.v.t.
  1. overbelichtte
  2. overbelichtte
  3. overbelichtte
  4. overbelichtten
  5. overbelichtten
  6. overbelichtten
v.t.t.
  1. heb overbelicht
  2. hebt overbelicht
  3. heeft overbelicht
  4. hebben overbelicht
  5. hebben overbelicht
  6. hebben overbelicht
v.v.t.
  1. had overbelicht
  2. had overbelicht
  3. had overbelicht
  4. hadden overbelicht
  5. hadden overbelicht
  6. hadden overbelicht
o.t.t.t.
  1. zal overbelichten
  2. zult overbelichten
  3. zal overbelichten
  4. zullen overbelichten
  5. zullen overbelichten
  6. zullen overbelichten
o.v.t.t.
  1. zou overbelichten
  2. zou overbelichten
  3. zou overbelichten
  4. zouden overbelichten
  5. zouden overbelichten
  6. zouden overbelichten
en verder
  1. is overbelicht
  2. zijn overbelicht
diversen
  1. overbelicht!
  2. overbelicht!
  3. overbelicht
  4. overbelichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for overbelichten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
surexposer overbelichten