Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. overdekking:


Dutch

Detailed Translations for overdekking from Dutch to French

overdekking:

overdekking [de ~ (v)] noun

  1. de overdekking (overkapping; dak; afdekkap; koepel; kap)
    le toit; la capote; la couverture; la toiture; le dôme; la coupole; le recouvrement; le couvercle
  2. de overdekking (bedekking; dekking; dek)
    la couverture

Translation Matrix for overdekking:

NounRelated TranslationsOther Translations
capote afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping kapothoed
coupole afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping gewelf; koepel; koepelgewelf; plafond; topgewelf
couvercle afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping deksel; lid
couverture afdekkap; bedekking; dak; dek; dekking; kap; koepel; overdekking; overkapping beddedeken; beddensprei; boekomslag; dakbedekking; dakdekken; dek; dekblad; deken; dekken; dekkleed; dekmantel; façade; kaft; masker; omslag; overtrek; schijn; schutblad; sprei; voorkomen
dôme afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping dom; domkerk; geschutkoepel; kathedraal; koepel; koepeldak; topgewelf
recouvrement afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping incassering; incasso; innen; inning; invordering; schuldvordering; trap uitvoeren; vordering
toit afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping
toiture afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping dakbedekking; dakdekken; dekken; huif

Related Words for "overdekking":