Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. peilen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for peilend from Dutch to French

peilen:

peilen verb (peil, peilt, peilde, peilden, gepeild)

  1. peilen (diepte bepalen; meten; opmeten)
    mesurer; sonder; arpenter; jauger
    • mesurer verb (mesure, mesures, mesurons, mesurez, )
    • sonder verb (sonde, sondes, sondons, sondez, )
    • arpenter verb (arpente, arpentes, arpentons, arpentez, )
    • jauger verb (jauge, jauges, jaugeons, jaugez, )

Conjugations for peilen:

o.t.t.
  1. peil
  2. peilt
  3. peilt
  4. peilen
  5. peilen
  6. peilen
o.v.t.
  1. peilde
  2. peilde
  3. peilde
  4. peilden
  5. peilden
  6. peilden
v.t.t.
  1. heb gepeild
  2. hebt gepeild
  3. heeft gepeild
  4. hebben gepeild
  5. hebben gepeild
  6. hebben gepeild
v.v.t.
  1. had gepeild
  2. had gepeild
  3. had gepeild
  4. hadden gepeild
  5. hadden gepeild
  6. hadden gepeild
o.t.t.t.
  1. zal peilen
  2. zult peilen
  3. zal peilen
  4. zullen peilen
  5. zullen peilen
  6. zullen peilen
o.v.t.t.
  1. zou peilen
  2. zou peilen
  3. zou peilen
  4. zouden peilen
  5. zouden peilen
  6. zouden peilen
en verder
  1. ben gepeild
  2. bent gepeild
  3. is gepeild
  4. zijn gepeild
  5. zijn gepeild
  6. zijn gepeild
diversen
  1. peil!
  2. peilt!
  3. gepeild
  4. peilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for peilen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
arpenter diepte bepalen; meten; opmeten; peilen
jauger diepte bepalen; meten; opmeten; peilen roeien
mesurer diepte bepalen; meten; opmeten; peilen in kaart brengen; karteren
sonder diepte bepalen; meten; opmeten; peilen aftasten; bekloppen; bevoelen; diepte loden; doorzoeken; met sonde onderzoeken; polsen; poolshoogte nemen; sonderen; tegen kloppen; uitvorsen

Related Words for "peilen":


Wiktionary Translations for peilen:

peilen
verb
  1. À trier

Cross Translation:
FromToVia
peilen sonder cast — to heave a lead and line in order to ascertain the depth of water