Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. persoonlijkheid:
  2. persoonlijk:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for persoonlijkheid from Dutch to French

persoonlijkheid:

persoonlijkheid [de ~ (v)] noun

  1. de persoonlijkheid (karakter)
    la personnalité; le caractère; le tempérament

Translation Matrix for persoonlijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
caractère karakter; persoonlijkheid aandrift; aard; daadkracht; eigenschap; energie; esprit; fut; geaardheid; gemoed; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; inslag; karakter; karaktereigenschap; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kracht; kwalititeit; letter; lettersoort; letterteken; lettertype; mentaliteit; momentum; natuur; neiging; puf; stemming; teken; typering; werklust; ziel
personnalité karakter; persoonlijkheid karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit
tempérament karakter; persoonlijkheid aard; geaardheid; gemoed; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; inslag; karakter; karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kittigheid; kwalititeit; mentaliteit; natuur; neiging; stemming; temperament; vurigheid
- aard; karakter; natuur

Related Words for "persoonlijkheid":


Synonyms for "persoonlijkheid":


Related Definitions for "persoonlijkheid":

  1. manier waarop iets of iemand in elkaar zit1
    • dat gedrag past niet bij zijn persoonlijkheid1
  2. iemand met een sterk eigen karakter1
    • hij is echt een persoonlijkheid1

Wiktionary Translations for persoonlijkheid:

persoonlijkheid
noun
  1. het geheel van kenmerken en gedragingen dat iemand uniek maakt

Cross Translation:
FromToVia
persoonlijkheid caractère character — distinguishing feature
persoonlijkheid personnage character — notable or eccentric person
persoonlijkheid identité identity — the difference or character that marks off an individual from the rest
persoonlijkheid personnalité personality — set of qualities that make a person distinct from other people
persoonlijkheid personnalité selfhood — personality

persoonlijk:

persoonlijk adj

  1. persoonlijk (subjectief)

Translation Matrix for persoonlijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
personnel bediening; besturing; employees; personeel; staf; werknemers
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
- particulier
ModifierRelated TranslationsOther Translations
personnel persoonlijk; subjectief besloten; persoonsgebonden; privé
subjectif persoonlijk; subjectief betrekkelijk; persoonsgebonden; relatief
subjectivement persoonlijk; subjectief betrekkelijk; relatief

Related Words for "persoonlijk":

  • persoonlijkheid, persoonlijker, persoonlijkere, persoonlijkst, persoonlijkste, persoonlijke

Synonyms for "persoonlijk":


Antonyms for "persoonlijk":


Related Definitions for "persoonlijk":

  1. van één persoon, niet van iedereen1
    • dit is het persoonlijke eigendom van Harry1

Wiktionary Translations for persoonlijk:

persoonlijk
adjective
  1. Qui est propre et particulier à chaque personne.

Cross Translation:
FromToVia
persoonlijk en personne in person — actually present
persoonlijk en chair et en os; en personne in the flesh — with one's own body and presence
persoonlijk personnel; personnelle personal — of or pertaining to a particular person
persoonlijk personnel; personnelle private — intended only for one's own use