Dutch
Detailed Translations for presteer from Dutch to French
presteren:
-
presteren (een prestatie leveren)
produire; faire un effort-
produire verb (produis, produit, produisons, produisez, produisent, produisais, produisait, produisions, produisiez, produisaient, produisis, produisit, produisîmes, produisîtes, produisirent, produirai, produiras, produira, produirons, produirez, produiront)
-
faire un effort verb
-
Conjugations for presteren:
o.t.t.
- presteer
- presteert
- presteert
- presteren
- presteren
- presteren
o.v.t.
- presteerde
- presteerde
- presteerde
- presteerden
- presteerden
- presteerden
v.t.t.
- heb gepresteerd
- hebt gepresteerd
- heeft gepresteerd
- hebben gepresteerd
- hebben gepresteerd
- hebben gepresteerd
v.v.t.
- had gepresteerd
- had gepresteerd
- had gepresteerd
- hadden gepresteerd
- hadden gepresteerd
- hadden gepresteerd
o.t.t.t.
- zal presteren
- zult presteren
- zal presteren
- zullen presteren
- zullen presteren
- zullen presteren
o.v.t.t.
- zou presteren
- zou presteren
- zou presteren
- zouden presteren
- zouden presteren
- zouden presteren
diversen
- presteer!
- presteert!
- gepresteerd
- presterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for presteren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
faire un effort | een prestatie leveren; presteren | |
produire | een prestatie leveren; presteren | aankweken; aanplanten; baren; bevallen; fabriceren; fokken; genereren; kweken; maken; opbrengen; ophoesten; opkweken; opleveren; planten; procreëren; produceren; telen; ter wereld brengen; verbouwen; vervaardigen; verwekken; voor de dag komen met; voortbrengen |