Translate salaris from Dutch to French

Remove Ads

Summary

Dutch to French: more detail...

salaris:
- salaire; rémunération; honoraire; paie; revenu; paye; traitement; solde; prime; récompense; rétribution; gages; cachet; appointements; revenus; ressources
Wiktionary:
- salaris → salaire
- salaris → salaire

Dutch

Detailed Translations for salaris from Dutch to French

salaris:

salaris [het ~] noun

het salaris (honorarium; loon; bezoldiging; verdienste; gage; arbeidsloon; traktement; soldij; wedde)
le salaire; la rémunération; l'honoraire; la paie; le revenu; la paye; le traitement; la solde; la prime; la récompense; la rétribution; le gages; le cachet; l'appointements
- salaire [le ~] noun
- rémunération [la ~] noun
- honoraire [le ~] noun
- paie [la ~] noun
- revenu [le ~] noun
- paye [la ~] noun
- traitement [le ~] noun
- solde [la ~] noun
- prime [la ~] noun
- récompense [la ~] noun
- rétribution [la ~] noun
- gages [le ~] noun
- cachet [le ~] noun
- appointements [le ~] noun
het salaris (loon; inkomen uit onderneming; inkomen)
le salaire; le revenus; la paye; la ressources; la solde; le gages; la récompense
- salaire [le ~] noun
- revenus [le ~] noun
- paye [la ~] noun
- ressources [la ~] noun
- solde [la ~] noun
- gages [le ~] noun
- récompense [la ~] noun
het salaris (loon; bezoldiging; gage; inkomen)
le salaire; la rémunération; la paye; la rétribution; le traitement; la solde; le gages; l'appointements
- salaire [le ~] noun
- rémunération [la ~] noun
- paye [la ~] noun
- rétribution [la ~] noun
- traitement [le ~] noun
- solde [la ~] noun
- gages [le ~] noun
- appointements [le ~] noun
het salaris (arbeidsinkomen; loon; inkomen)
le revenus; la rémunération; le salaire; l'appointements; la récompense; la paye; la rétribution
- revenus [le ~] noun
- rémunération [la ~] noun
- salaire [le ~] noun
- appointements [le ~] noun
- récompense [la ~] noun
- paye [la ~] noun
- rétribution [la ~] noun

Translation Matrix for salaris:

Noun	Related Translations	Other Translations
appointements	arbeidsinkomen; arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; inkomen; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; wedde	beloning; inkomsten; loon; ontvangsten; soldij; verdiensten; vergoeding; wedde
cachet	arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; wedde	afstempelen; beloning; eigenschap; inktstempel; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; lakstempel; lakzegel; loon; plakzegel; stempel; stempelen; stigma; vergoeding; zegel; zegelafdruk
gages	arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; inkomen; inkomen uit onderneming; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; wedde	beloning; loon; onderpanden; vergoeding
honoraire	arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; wedde	beloning; loon; vergoeding
paie	arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; wedde	soldij; wedde
paye	arbeidsinkomen; arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; inkomen; inkomen uit onderneming; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; wedde	inkomsten; ontvangsten; soldij; verdiensten; wedde
prime	arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; wedde	agio; beloning; bonus; eerbewijs; exces; extra beloning; extraatje; gratificatie; loon; overschot; premie; prijs; rest; surplus; tantième; teveel; toegift; toeslag; vergoeding; verzekeringspremie; winstaandeel; winstdeel; winstdeling; winstuitkering
ressources	inkomen; inkomen uit onderneming; loon; salaris	financiële middelen; geldmiddelen; inkomsten; kapitaal; ontvangsten; verdiensten
revenu	arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; wedde	inkomen; opbrengst; revenu
revenus	arbeidsinkomen; inkomen; inkomen uit onderneming; loon; salaris	inkomsten; ontvangsten; verdiensten
récompense	arbeidsinkomen; arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; inkomen; inkomen uit onderneming; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; wedde	beloning; loon; vergelding; vergoeding
rémunération	arbeidsinkomen; arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; inkomen; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; wedde	beloning; compensatie; inkomsten; loon; ontvangsten; salariëring; verdiensten; vergelding; vergoeding
rétribution	arbeidsinkomen; arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; inkomen; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; wedde	beloning; inkomsten; loon; ontvangsten; verdiensten; vergoeding
salaire	arbeidsinkomen; arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; inkomen; inkomen uit onderneming; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; wedde	arbeidsloon; beloning; fabricagekosten; inkomsten; loon; maakloon; ontvangsten; salariëring; soldij; verdiensten; vergoeding; wedde
solde	arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; inkomen; inkomen uit onderneming; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; wedde	aanbieding; koopje; saldo; soldatenloon; soldij; spotkoopje; wedde
traitement	arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; inkomen; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; wedde	batch; behandeling; bejegening; beloning; bewaking; controle; hoede; inkomsten; loon; manipulatie; ontvangsten; overhead; surveillance; therapie; treatment; verdiensten; vergoeding; verwerking
-	loon; verdienste
Not Specified	Related Translations	Other Translations
solde		rekeningsaldo; saldo
Modifier	Related Translations	Other Translations
honoraire		honorair; onbezoldigd; titulair

Related Words for "salaris":

salarissen

Synonyms for "salaris":

loon; verdienste

Related Definitions for "salaris":

geld dat je krijgt voor werk¹
- het salaris wordt overgemaakt op je rekening¹

Wiktionary Translations for salaris:

salaris

noun

regelmatige, meestal maandelijkse beloning voor werk verricht in een werkverband
- salaris → salaire

salaris

noun

rémunération pour un travail.
- salaire → salaris; bezoldiging; gage; loon; traktement; verdienste; wedde

Cross Translation:

From	To	Via
• salaris	→ salaire	↔ Salär — Lohn, Gehalt, Honorar
• salaris	→ salaire	↔ salary — fixed amount of money paid on monthly or annual basis
• salaris	→ salaire	↔ wage — money paid to a worker

External Machine Translations:

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Translate salaris from Dutch to French

Detailed Translations for salaris from Dutch to French

salaris:

salaris [het ~] noun

het salaris (honorarium; loon; bezoldiging; verdienste; gage; arbeidsloon; traktement; soldij; wedde)

het salaris (loon; inkomen uit onderneming; inkomen)

het salaris (loon; bezoldiging; gage; inkomen)

het salaris (arbeidsinkomen; loon; inkomen)

Translation Matrix for salaris:

Related Words for "salaris":

Synonyms for "salaris":

Related Definitions for "salaris":

Wiktionary Translations for salaris: