Summary
Dutch
Detailed Translations for slagers from Dutch to French
slagers:
Translation Matrix for slagers:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bouchers | slagers | slachters |
Related Words for "slagers":
slager:
-
de slager (vleeshouwer)
Translation Matrix for slager:
Noun | Related Translations | Other Translations |
boucher | slager; vleeshouwer | slachter |
boucherie | slager; vleeshouwer | abattoir; afmaken; afslachten; afslachting; bloedbad; bloedvergieten; moordpartij; slachtbank; slachten van vee; slachterij; slachthuis; slachting; slachtpartij; slachtplaats; slagerij; slagerswinkel; slagerszaak; spekslagerij; varkensslagerij; vleeshouwerij |
Verb | Related Translations | Other Translations |
boucher | afsluiten; breeuwen; dichten; dichtkurken; gaten dichten; gaten stoppen; kurken; naar einde toewerken; stoppen |
Related Words for "slager":
Related Definitions for "slager":
Wiktionary Translations for slager:
slager
Cross Translation:
noun
-
een verkoper van vlees
- slager → boucher
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• slager | → bouchère; boucher | ↔ butcher — a person who prepares and sells meat |
• slager | → boucher | ↔ Fleischer — nord- und mitteldeutsch, österreichisch; Berufsbezeichnung: einer der alt Handwerksberufe, der sich mit dem schlachten von Tieren und der Zubereitung des Fleisches für die Nahrung beschäftigen |
External Machine Translations: