Dutch
Detailed Translations for strek from Dutch to French
strekken:
-
strekken
se dégourdir-
se dégourdir verb
-
Conjugations for strekken:
o.t.t.
- strek
- strekt
- strekt
- strekken
- strekken
- strekken
o.v.t.
- strekte
- strekte
- strekte
- strekten
- strekten
- strekten
v.t.t.
- heb gestrekt
- hebt gestrekt
- heeft gestrekt
- hebben gestrekt
- hebben gestrekt
- hebben gestrekt
v.v.t.
- had gestrekt
- had gestrekt
- had gestrekt
- hadden gestrekt
- hadden gestrekt
- hadden gestrekt
o.t.t.t.
- zal strekken
- zult strekken
- zal strekken
- zullen strekken
- zullen strekken
- zullen strekken
o.v.t.t.
- zou strekken
- zou strekken
- zou strekken
- zouden strekken
- zouden strekken
- zouden strekken
en verder
- ben gestrekt
- bent gestrekt
- is gestrekt
- zijn gestrekt
- zijn gestrekt
- zijn gestrekt
diversen
- strek!
- strekt!
- gestrekt
- strekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for strekken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
se dégourdir | strekken |
Wiktionary Translations for strekken:
strekken
Cross Translation:
verb
-
(familier, fr) Occitanie|fr exaspérer, gonfler.
-
tendre ou étendre avec force ; rendre raide.
-
Traductions à trier suivant le sens
-
Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général).
-
étirer un fil, une corde, une surface; tirer une corde par plusieurs côtés pour la rendre raide ; étirer une peau.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• strekken | → écarter | ↔ spread — to extend, stretch out (limbs etc) |
• strekken | → étendre | ↔ stretch — lengthen by pulling |
• strekken | → s'étendre | ↔ stretch — extend between limits |