Summary
Dutch to French: more detail...
- suspenderen:
-
Wiktionary:
- suspenderen → suspendre, mettre en suspension
Dutch
Detailed Translations for suspenderen from Dutch to French
suspenderen:
-
suspenderen (schorsen)
Conjugations for suspenderen:
o.t.t.
- suspendeer
- suspendeert
- suspendeert
- suspenderen
- suspenderen
- suspenderen
o.v.t.
- suspendeerde
- suspendeerde
- suspendeerde
- suspendeerden
- suspendeerden
- suspendeerden
v.t.t.
- heb gesuspendeerd
- hebt gesuspendeerd
- heeft gesuspendeerd
- hebben gesuspendeerd
- hebben gesuspendeerd
- hebben gesuspendeerd
v.v.t.
- had gesuspendeerd
- had gesuspendeerd
- had gesuspendeerd
- hadden gesuspendeerd
- hadden gesuspendeerd
- hadden gesuspendeerd
o.t.t.t.
- zal suspenderen
- zult suspenderen
- zal suspenderen
- zullen suspenderen
- zullen suspenderen
- zullen suspenderen
o.v.t.t.
- zou suspenderen
- zou suspenderen
- zou suspenderen
- zouden suspenderen
- zouden suspenderen
- zouden suspenderen
en verder
- ben gesuspendeerd
- bent gesuspendeerd
- is gesuspendeerd
- zijn gesuspendeerd
- zijn gesuspendeerd
- zijn gesuspendeerd
diversen
- suspendeer!
- suspendeert!
- gesuspendeerd
- suspenderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for suspenderen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
suspendre | schorsen; suspenderen | afbestellen; afgelasten; afsluiten; afzeggen; annuleren; beëindigen; een einde maken aan; eindigen; intrekken; nietig verklaren; ophangen; ophouden; opknopen; stilleggen; stoppen |
Wiktionary Translations for suspenderen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• suspenderen | → suspendre; mettre en suspension | ↔ suspend — To create a suspension |