Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. tater:


Dutch

Detailed Translations for taters from Dutch to French

tater:

tater [de ~ (m)] noun

  1. de tater
    la gueule; le bec; le museau; le clapet

Translation Matrix for tater:

NounRelated TranslationsOther Translations
bec tater bek; brutaal zijn; grote mond hebben; muil; smoel; smoelwerk; snavel; tuit; vogelbek; waffel
clapet tater afsluitklep; ventielklep
gueule tater bakkes; bek; brutaal zijn; grote mond hebben; lazer; lazerij; muil; ponum; porum; smoel; smoelwerk; snoet; snuit; tronie; waffel
museau tater bek; brutaal zijn; grote mond hebben; hondesnuit; muil; smoel; smoelwerk; snufferd; snuit van een hond; waffel

Related Words for "tater":

  • tateren, taters, tatertje