Dutch
Detailed Translations for terugroepen from Dutch to French
terugroepen:
-
terugroepen (herroepen)
révoquer; rétracter; rappeler; reprendre; retirer; abroger; désavouer; faire revenir-
révoquer verb (révoque, révoques, révoquons, révoquez, révoquent, révoquais, révoquait, révoquions, révoquiez, révoquaient, révoquai, révoquas, révoqua, révoquâmes, révoquâtes, révoquèrent, révoquerai, révoqueras, révoquera, révoquerons, révoquerez, révoqueront)
-
rétracter verb (rétracte, rétractes, rétractons, rétractez, rétractent, rétractais, rétractait, rétractions, rétractiez, rétractaient, rétractai, rétractas, rétracta, rétractâmes, rétractâtes, rétractèrent, rétracterai, rétracteras, rétractera, rétracterons, rétracterez, rétracteront)
-
rappeler verb (rappelle, rappelles, rappelons, rappelez, rappellent, rappelais, rappelait, rappelions, rappeliez, rappelaient, rappelai, rappelas, rappela, rappelâmes, rappelâtes, rappelèrent, rappellerai, rappelleras, rappellera, rappellerons, rappellerez, rappelleront)
-
reprendre verb (reprends, reprend, reprenons, reprenez, reprenent, reprendais, reprendait, reprendions, reprendiez, reprendaient, repris, reprit, reprîmes, reprîtes, reprirent, reprendrai, reprendras, reprendra, reprendrons, reprendrez, reprendront)
-
retirer verb (retire, retires, retirons, retirez, retirent, retirais, retirait, retirions, retiriez, retiraient, retirai, retiras, retira, retirâmes, retirâtes, retirèrent, retirerai, retireras, retirera, retirerons, retirerez, retireront)
-
abroger verb (abroge, abroges, abrogeons, abrogez, abrogent, abrogeais, abrogeait, abrogions, abrogiez, abrogeaient, abrogeai, abrogeas, abrogea, abrogeâmes, abrogeâtes, abrogèrent, abrogerai, abrogeras, abrogera, abrogerons, abrogerez, abrogeront)
-
désavouer verb (désavoue, désavoues, désavouons, désavouez, désavouent, désavouais, désavouait, désavouions, désavouiez, désavouaient, désavouai, désavouas, désavoua, désavouâmes, désavouâtes, désavouèrent, désavouerai, désavoueras, désavouera, désavouerons, désavouerez, désavoueront)
-
faire revenir verb
-
-
terugroepen (terughalen)
se rappeler; se souvenir de; penser à; remémorer-
se rappeler verb
-
se souvenir de verb
-
penser à verb
-
remémorer verb (remémore, remémores, remémorons, remémorez, remémorent, remémorais, remémorait, remémorions, remémoriez, remémoraient, remémorai, remémoras, remémora, remémorâmes, remémorâtes, remémorèrent, remémorerai, remémoreras, remémorera, remémorerons, remémorerez, remémoreront)
-
Conjugations for terugroepen:
o.t.t.
- roep terug
- roept terug
- roept terug
- roepen terug
- roepen terug
- roepen terug
o.v.t.
- riep terug
- riep terug
- riep terug
- riepen terug
- riepen terug
- riepen terug
v.t.t.
- heb teruggeroepen
- hebt teruggeroepen
- heeft teruggeroepen
- hebben teruggeroepen
- hebben teruggeroepen
- hebben teruggeroepen
v.v.t.
- had teruggeroepen
- had teruggeroepen
- had teruggeroepen
- hadden teruggeroepen
- hadden teruggeroepen
- hadden teruggeroepen
o.t.t.t.
- zal terugroepen
- zult terugroepen
- zal terugroepen
- zullen terugroepen
- zullen terugroepen
- zullen terugroepen
o.v.t.t.
- zou terugroepen
- zou terugroepen
- zou terugroepen
- zouden terugroepen
- zouden terugroepen
- zouden terugroepen
en verder
- ben teruggeroepen
- bent teruggeroepen
- is teruggeroepen
- zijn teruggeroepen
- zijn teruggeroepen
- zijn teruggeroepen
diversen
- roep terug!
- roept terug!
- teruggeroepen
- terugroepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
terugroepen
Translation Matrix for terugroepen:
Related Words for "terugroepen":
terugroep:
Translation Matrix for terugroep:
Noun | Related Translations | Other Translations |
rappel | terugroep | geheugen; herinnering; herinneringsvermogen; heugenis; memorie; opnieuw kiezen; terugroepen; terugroeping |