| Noun | Related Translations | Other Translations |
|
haut
|
|
hoogste punt; kruin; top
|
|
tapageur
|
|
belhamel; bulderaar; druktemaker; herrieschopper; kabaalmaker; lawaaimaker; levenmaker; oproerkraaier; raddraaier; raddraaister; rustverstoorder; stokebrand; zenuwlijder
|
| Modifier | Related Translations | Other Translations |
|
agité
|
luid; luidkeels; uit volle borst
|
bewogen; geagiteerd; gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; hard; hardop; hectisch; jachtig; levendig; luid; ongedurig; onrustig; roerig; turbulent; veelbewogen; verhit; woelig
|
|
carrément
|
luid; luidkeels; uit volle borst
|
botweg; cru; direct; eerlijk; fideel; gulweg; met open vizier; onbewimpeld; ongezouten; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; platweg; rechttoe rechtaan; rondborstig; ronduit; ruiterlijk; trouwhartig; vrij; vrijelijk; vrijuit
|
|
haut
|
luid; luidkeels; uit volle borst
|
hard; hardop; luid
|
|
tapageur
|
luid; luidkeels; uit volle borst
|
hard; hardop; joelend; lawaaierig; luid; luidruchtig; opzichtig; protserig; rumoerig; schreeuwend; schreeuwerig
|
|
tapageuse
|
luid; luidkeels; uit volle borst
|
hard; hardop; joelend; lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig; schreeuwend
|
|
tapageusement
|
luid; luidkeels; uit volle borst
|
hard; hardop; joelend; lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig; schreeuwend
|
|
très haut
|
luid; luidkeels; uit volle borst
|
hemelhoog; huizehoog; mijlenhoog; torenhoog
|
|
à haute voix
|
luid; luidkeels; uit volle borst
|
hard; hardop; lawaaierig; luid; luid klinkend; luidruchtig; mondeling; rumoerig; verbaal
|
|
à pleine gorge
|
luid; luidkeels; uit volle borst
|
|