Dutch
Detailed Translations for uitgeschreven from Dutch to French
uitgeschreven:
-
uitgeschreven (voluitgeschreven)
Translation Matrix for uitgeschreven:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
débité | uitgeschreven; voluitgeschreven |
Related Words for "uitgeschreven":
uitschrijven:
-
uitschrijven
transcrire-
transcrire verb (transcris, transcrit, transcrivons, transcrivez, transcrivent, transcrivais, transcrivait, transcrivions, transcriviez, transcrivaient, transcrivis, transcrivit, transcrivîmes, transcrivîtes, transcrivirent, transcrirai, transcriras, transcrira, transcrirons, transcrirez, transcriront)
-
Conjugations for uitschrijven:
o.t.t.
- schrijf uit
- schrijft uit
- schrijft uit
- schrijven uit
- schrijven uit
- schrijven uit
o.v.t.
- schreef uit
- schreef uit
- schreef uit
- schreven uit
- schreven uit
- schreven uit
v.t.t.
- heb uitgeschreven
- hebt uitgeschreven
- heeft uitgeschreven
- hebben uitgeschreven
- hebben uitgeschreven
- hebben uitgeschreven
v.v.t.
- had uitgeschreven
- had uitgeschreven
- had uitgeschreven
- hadden uitgeschreven
- hadden uitgeschreven
- hadden uitgeschreven
o.t.t.t.
- zal uitschrijven
- zult uitschrijven
- zal uitschrijven
- zullen uitschrijven
- zullen uitschrijven
- zullen uitschrijven
o.v.t.t.
- zou uitschrijven
- zou uitschrijven
- zou uitschrijven
- zouden uitschrijven
- zouden uitschrijven
- zouden uitschrijven
en verder
- ben uitgeschreven
- bent uitgeschreven
- is uitgeschreven
- zijn uitgeschreven
- zijn uitgeschreven
- zijn uitgeschreven
diversen
- schrijf uit!
- schrijft uit!
- uitgeschreven
- uitschrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
uitschrijven
Translation Matrix for uitschrijven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
mise à l'écrit | uitschrijven | |
transcription | uitschrijven | afschrift; kopie; transcript; transcriptie |
Verb | Related Translations | Other Translations |
transcrire | uitschrijven | deponeren; geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden; storten |
Wiktionary Translations for uitschrijven:
uitschrijven
verb
-
être cause de ; occasionner, provoquer.
-
Annuler une inscription ou mettre fin à un abonnement. Utilisé principalement dans le domaine de l'informatique et de l'Internet.
-
jeter en avant avec force, avec raideur, pour atteindre au loin.
-
disposer les parties d’un corps pour les fonctions auxquelles il destiner.
-
faire obtenir à une personne quelque avantage par son crédit, par ses soins.
-
placer, poser en certain endroit par rapport à l’exposition, à l’aspect, au voisinage, etc.
-
Informatique
-
S’engager par écrit