Summary
Dutch
Detailed Translations for uitrek from Dutch to French
uitrekken:
-
uitrekken (verlengen)
allonger; rallonger; étendre; prolonger; étirer; s'étirer; s'élargir-
allonger verb (allonge, allonges, allongeons, allongez, allongent, allongeais, allongeait, allongions, allongiez, allongeaient, allongeai, allongeas, allongea, allongeâmes, allongeâtes, allongèrent, allongerai, allongeras, allongera, allongerons, allongerez, allongeront)
-
rallonger verb
-
étendre verb (étends, étend, étendons, étendez, étendent, étendais, étendait, étendions, étendiez, étendaient, étendis, étendit, étendîmes, étendîtes, étendirent, étendrai, étendras, étendra, étendrons, étendrez, étendront)
-
prolonger verb (prolonge, prolonges, prolongeons, prolongez, prolongent, prolongeais, prolongeait, prolongions, prolongiez, prolongeaient, prolongeai, prolongeas, prolongea, prolongeâmes, prolongeâtes, prolongèrent, prolongerai, prolongeras, prolongera, prolongerons, prolongerez, prolongeront)
-
étirer verb (étire, étires, étirons, étirez, étirent, étirais, étirait, étirions, étiriez, étiraient, étirai, étiras, étira, étirâmes, étirâtes, étirèrent, étirerai, étireras, étirera, étirerons, étirerez, étireront)
-
s'étirer verb
-
s'élargir verb
-
-
uitrekken
Conjugations for uitrekken:
o.t.t.
- rek uit
- rekt uit
- rekt uit
- rekken uit
- rekken uit
- rekken uit
o.v.t.
- rekte uit
- rekte uit
- rekte uit
- rekten uit
- rekten uit
- rekten uit
v.t.t.
- heb uitgerekt
- hebt uitgerekt
- heeft uitgerekt
- hebben uitgerekt
- hebben uitgerekt
- hebben uitgerekt
v.v.t.
- had uitgerekt
- had uitgerekt
- had uitgerekt
- hadden uitgerekt
- hadden uitgerekt
- hadden uitgerekt
o.t.t.t.
- zal uitrekken
- zult uitrekken
- zal uitrekken
- zullen uitrekken
- zullen uitrekken
- zullen uitrekken
o.v.t.t.
- zou uitrekken
- zou uitrekken
- zou uitrekken
- zouden uitrekken
- zouden uitrekken
- zouden uitrekken
en verder
- ben uitgerekt
- bent uitgerekt
- is uitgerekt
- zijn uitgerekt
- zijn uitgerekt
- zijn uitgerekt
diversen
- rek uit !
- rekt uit !
- uitgerekt
- uitrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
uitrekken
Translation Matrix for uitrekken:
Wiktionary Translations for uitrekken:
uitrekken
Cross Translation:
verb
-
Traductions à trier suivant le sens
-
(familier, fr) Occitanie|fr exaspérer, gonfler.
-
faire durer plus longtemps.
-
tendre ou étendre avec force ; rendre raide.
-
Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général).
-
étirer un fil, une corde, une surface; tirer une corde par plusieurs côtés pour la rendre raide ; étirer une peau.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitrekken | → s'étirer; étendre ses membres | ↔ rax — to stretch after sleep |