Summary
Dutch to French: more detail...
- uitsliepen:
- uitslapen:
-
Wiktionary:
- uitslapen → faire la grasse matinée, dormir tard
- uitslapen → grasse matinée
- uitslapen → faire la grasse matinée, cuver
Dutch
Detailed Translations for uitsliepen from Dutch to French
uitsliepen:
-
uitsliepen
Translation Matrix for uitsliepen:
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| bisque bisque rage | uitsliepen |
uitsliepen form of uitslapen:
-
uitslapen
Conjugations for uitslapen:
o.t.t.
- slaap uit
- slaapt uit
- slaapt uit
- slapen uit
- slapen uit
- slapen uit
o.v.t.
- sliep uit
- sliep uit
- sliep uit
- sliepen uit
- sliepen uit
- sliepen uit
v.t.t.
- heb uitgeslapen
- hebt uitgeslapen
- heeft uitgeslapen
- hebben uitgeslapen
- hebben uitgeslapen
- hebben uitgeslapen
v.v.t.
- had uitgeslapen
- had uitgeslapen
- had uitgeslapen
- hadden uitgeslapen
- hadden uitgeslapen
- hadden uitgeslapen
o.t.t.t.
- zal uitslapen
- zult uitslapen
- zal uitslapen
- zullen uitslapen
- zullen uitslapen
- zullen uitslapen
o.v.t.t.
- zou uitslapen
- zou uitslapen
- zou uitslapen
- zouden uitslapen
- zouden uitslapen
- zouden uitslapen
en verder
- ben uitgeslapen
- bent uitgeslapen
- is uitgeslapen
- zijn uitgeslapen
- zijn uitgeslapen
- zijn uitgeslapen
diversen
- slaap uit!
- slaapt uit!
- uitgeslapen
- uitslapend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitslapen:
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| faire la grasse matinée | uitslapen |
Wiktionary Translations for uitslapen:
uitslapen
Cross Translation:
verb
uitslapen
-
's ochtends langer slapen dan normaal
- uitslapen → faire la grasse matinée; dormir tard
verb
-
rester au lit après son réveil ou bien après l’heure habituelle ; dormir, se lever tard dans la matinée.
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • uitslapen | → faire la grasse matinée; cuver | ↔ sleep in — to sleep late |