Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. vastknijpen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vastknijpen from Dutch to French

vastknijpen:

vastknijpen verb (knijp vast, knijpt vast, kneep vast, knepen vast, vastgeknepen)

  1. vastknijpen
    serrer; presser; pincer
    • serrer verb (serre, serres, serrons, serrez, )
    • presser verb (presse, presses, pressons, pressez, )
    • pincer verb (pince, pinces, pinçons, pincez, )

Conjugations for vastknijpen:

o.t.t.
  1. knijp vast
  2. knijpt vast
  3. knijpt vast
  4. knijpen vast
  5. knijpen vast
  6. knijpen vast
o.v.t.
  1. kneep vast
  2. kneep vast
  3. kneep vast
  4. knepen vast
  5. knepen vast
  6. knepen vast
v.t.t.
  1. heb vastgeknepen
  2. hebt vastgeknepen
  3. heeft vastgeknepen
  4. hebben vastgeknepen
  5. hebben vastgeknepen
  6. hebben vastgeknepen
v.v.t.
  1. had vastgeknepen
  2. had vastgeknepen
  3. had vastgeknepen
  4. hadden vastgeknepen
  5. hadden vastgeknepen
  6. hadden vastgeknepen
o.t.t.t.
  1. zal vastknijpen
  2. zult vastknijpen
  3. zal vastknijpen
  4. zullen vastknijpen
  5. zullen vastknijpen
  6. zullen vastknijpen
o.v.t.t.
  1. zou vastknijpen
  2. zou vastknijpen
  3. zou vastknijpen
  4. zouden vastknijpen
  5. zouden vastknijpen
  6. zouden vastknijpen
en verder
  1. ben vastgeknepen
  2. bent vastgeknepen
  3. is vastgeknepen
  4. zijn vastgeknepen
  5. zijn vastgeknepen
  6. zijn vastgeknepen
diversen
  1. knijp vast!
  2. knijpt vast!
  3. vastgeknepen
  4. vastknijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vastknijpen:

NounRelated TranslationsOther Translations
serrer aanschroeven; vastschroeven
VerbRelated TranslationsOther Translations
pincer vastknijpen dichtknijpen; grijpen; klauwen; klemmen; knellen; leegknijpen; omklemmen; pakken; strak zitten; tokkelen; uitdrukken; uitknijpen; vangen; vatten; verstrikken
presser vastknijpen aandringen; aandrukken; aanhouden; aanjagen; aanpoten; aansporen; aanzetten; accelereren; bespoedigen; comprimeren; dichtknijpen; drukken; haast maken; haasten; ijlen; inpersen; jachten; jagen; jakkeren; klemmen; knellen; leegknijpen; omklemmen; omwoelen; op iets aandringen; opdrijven; ophitsen; opjagen; opjutten; oppersen; overhaasten; persen; porren; reppen; samendrukken; samenpersen; spoeden; strak zitten; tot spoed aanzetten; uitdrukken; uitknijpen; uitpersen; vastdrukken; verhaasten; versnellen; voortjagen; voortmaken; zich spoeden
serrer vastknijpen aandraaien; aandrukken; aanschroeven; aantrekken; comprimeren; dichtdraaien; dichtknijpen; dichtschroeven; dichttrekken; door draaien vastmaken; drukken; klemmen; klemzetten; knellen; knuffelen; liefkozen; met gespannen voorwerp omsluiten; omklemmen; omspannen; oprekken; overspannen; rekken; samendrukken; samenpersen; schroeven; strak zitten; vastdraaien; vastdrukken; vasthouden; vastklemmen; vastknellen; vastschroeven

Wiktionary Translations for vastknijpen:


Cross Translation:
FromToVia
vastknijpen serrer clench — to squeeze