Summary
Dutch to French: more detail...
- verbitterd:
- verbitteren:
-
Wiktionary:
- verbitterd → acrimonieux, amer
- verbitteren → exaspérer
Dutch
Detailed Translations for verbitterd from Dutch to French
verbitterd:
-
verbitterd (bitter teleurgesteld)
âpre; aigre; virulent; ulcéré; irrité; furieux; agressif; enragé; en colère; âcre; aigri; aigrement; âprement; férocement; furieusement; fou de rage; fâché contre; irrité contre-
âpre adj
-
aigre adj
-
virulent adj
-
ulcéré adj
-
irrité adj
-
furieux adj
-
agressif adj
-
enragé adj
-
en colère adj
-
âcre adj
-
aigri adj
-
aigrement adj
-
âprement adj
-
férocement adj
-
furieusement adj
-
fou de rage adj
-
fâché contre adj
-
irrité contre adj
-
Translation Matrix for verbitterd:
Related Words for "verbitterd":
Wiktionary Translations for verbitterd:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verbitterd | → acrimonieux | ↔ acrimonious — sharp and harsh |
• verbitterd | → amer | ↔ bitter — cynical and resentful |
verbitterd form of verbitteren:
-
verbitteren (vergrammen)
aigrir; exaspérer; courroucer; se rendre amer; rendre amer-
aigrir verb (aigris, aigrit, aigrissons, aigrissez, aigrissent, aigrissais, aigrissait, aigrissions, aigrissiez, aigrissaient, aigrîmes, aigrîtes, aigrirent, aigrirai, aigriras, aigrira, aigrirons, aigrirez, aigriront)
-
exaspérer verb (exaspère, exaspères, exaspérons, exaspérez, exaspèrent, exaspérais, exaspérait, exaspérions, exaspériez, exaspéraient, exaspérai, exaspéras, exaspéra, exaspérâmes, exaspérâtes, exaspérèrent, exaspérerai, exaspéreras, exaspérera, exaspérerons, exaspérerez, exaspéreront)
-
courroucer verb (courrouce, courrouces, courrouçons, courroucez, courroucent, courrouçais, courrouçait, courroucions, courrouciez, courrouçaient, courrouçai, courrouças, courrouça, courrouçâmes, courrouçâtes, courroucèrent, courroucerai, courrouceras, courroucera, courroucerons, courroucerez, courrouceront)
-
se rendre amer verb
-
rendre amer verb
-
Conjugations for verbitteren:
o.t.t.
- verbitter
- verbittert
- verbittert
- verbitteren
- verbitteren
- verbitteren
o.v.t.
- verbitterde
- verbitterde
- verbitterde
- verbitterden
- verbitterden
- verbitterden
v.t.t.
- heb verbitterd
- hebt verbitterd
- heeft verbitterd
- hebben verbitterd
- hebben verbitterd
- hebben verbitterd
v.v.t.
- had verbitterd
- had verbitterd
- had verbitterd
- hadden verbitterd
- hadden verbitterd
- hadden verbitterd
o.t.t.t.
- zal verbitteren
- zult verbitteren
- zal verbitteren
- zullen verbitteren
- zullen verbitteren
- zullen verbitteren
o.v.t.t.
- zou verbitteren
- zou verbitteren
- zou verbitteren
- zouden verbitteren
- zouden verbitteren
- zouden verbitteren
diversen
- verbitter!
- verbittert!
- verbitterd
- verbitterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verbitteren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
aigrir | verbitteren; vergrammen | bitter worden; doen verzuren; iets vergallen; schiften; verbolgen worden; verknoeien; verzuren; zuur maken; zuur worden |
courroucer | verbitteren; vergrammen | |
exaspérer | verbitteren; vergrammen | iets vergallen; verknoeien |
rendre amer | verbitteren; vergrammen | bitter worden; verbolgen worden |
se rendre amer | verbitteren; vergrammen | bitter worden; verbolgen worden |
Wiktionary Translations for verbitteren:
verbitteren
verb
-
bitter maken
- verbitteren → exaspérer