Dutch
Detailed Translations for vereren from Dutch to French
vereren:
-
vereren (zich lovend uitlaten; loven; prijzen; roemen)
Conjugations for vereren:
o.t.t.
- vereer
- vereert
- vereert
- vereren
- vereren
- vereren
o.v.t.
- vereerde
- vereerde
- vereerde
- vereerden
- vereerden
- vereerden
v.t.t.
- heb vereerd
- hebt vereerd
- heeft vereerd
- hebben vereerd
- hebben vereerd
- hebben vereerd
v.v.t.
- had vereerd
- had vereerd
- had vereerd
- hadden vereerd
- hadden vereerd
- hadden vereerd
o.t.t.t.
- zal vereren
- zult vereren
- zal vereren
- zullen vereren
- zullen vereren
- zullen vereren
o.v.t.t.
- zou vereren
- zou vereren
- zou vereren
- zouden vereren
- zouden vereren
- zouden vereren
en verder
- ben vereerd
- bent vereerd
- is vereerd
- zijn vereerd
- zijn vereerd
- zijn vereerd
diversen
- vereer!
- vereert!
- vereerd
- vererend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vereren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
faire l'éloge de | loven; prijzen; roemen; vereren; zich lovend uitlaten | de hemel in prijzen; eerbied bewijzen; eren; hemelhoog prijzen; lofprijzen; ophemelen |
être élogieux de | loven; prijzen; roemen; vereren; zich lovend uitlaten |