Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. vergeten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vergeet from Dutch to French

vergeten:

vergeten adj

  1. vergeten

vergeten verb (vergeet, vergat, vergaten, vergeten)

  1. vergeten

Conjugations for vergeten:

o.t.t.
  1. vergeet
  2. vergeet
  3. vergeet
  4. vergeten
  5. vergeten
  6. vergeten
o.v.t.
  1. vergat
  2. vergat
  3. vergat
  4. vergaten
  5. vergaten
  6. vergaten
v.t.t.
  1. heb vergeten
  2. hebt vergeten
  3. heeft vergeten
  4. hebben vergeten
  5. hebben vergeten
  6. hebben vergeten
v.v.t.
  1. had vergeten
  2. had vergeten
  3. had vergeten
  4. hadden vergeten
  5. hadden vergeten
  6. hadden vergeten
o.t.t.t.
  1. zal vergeten
  2. zult vergeten
  3. zal vergeten
  4. zullen vergeten
  5. zullen vergeten
  6. zullen vergeten
o.v.t.t.
  1. zou vergeten
  2. zou vergeten
  3. zou vergeten
  4. zouden vergeten
  5. zouden vergeten
  6. zouden vergeten
en verder
  1. ben vergeten
  2. bent vergeten
  3. is vergeten
  4. zijn vergeten
  5. zijn vergeten
  6. zijn vergeten
diversen
  1. vergeet!
  2. vergeet!
  3. vergeten
  4. vergetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vergeten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
oublier vergeten
ModifierRelated TranslationsOther Translations
oublié vergeten vervaagd; weggezakt in het geheugen

Antonyms for "vergeten":


Related Definitions for "vergeten":

  1. niet doen terwijl je het eigenlijk wel moest doen1
    • ik heb vergeten de brief te posten1
  2. uit het geheugen verliezen1
    • ik ben zijn naam vergeten1

Wiktionary Translations for vergeten:

vergeten
verb
  1. uit het geheugen verloren gaan
vergeten
verb
  1. Traduction à trier

Cross Translation:
FromToVia
vergeten oublier forget — to lose remembrance of
vergeten oublier forget — to unintentionally not do
vergeten oublier forget — to cease remembering
vergeten oublié forgotten — of which knowledge has been lost, which is no longer remembered
vergeten oublier vergessen — (transitiv), früher mit Genitiv etwas, jemanden vergessen: sich an etwas, jemanden nicht mehr erinnern