Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. vergelijkend:
  2. vergelijken:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vergelijkend from Dutch to French

vergelijkend:

vergelijkend adj

  1. vergelijkend

Translation Matrix for vergelijkend:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
comparatif vergelijkend
comparé vergelijkend

vergelijken:

vergelijken verb (vergelijk, vergelijkt, vergeleek, vergeleken, vergeleken)

  1. vergelijken (compareren; tegenover elkaar stellen; bij elkaar houden)
    comparer; comparer entre eux; confronter; conférer
    • comparer verb (compare, compares, comparons, comparez, )
    • confronter verb (confronte, confrontes, confrontons, confrontez, )
    • conférer verb (confère, confères, conférons, conférez, )
  2. vergelijken
    comparer
    • comparer verb (compare, compares, comparons, comparez, )

Conjugations for vergelijken:

o.t.t.
  1. vergelijk
  2. vergelijkt
  3. vergelijkt
  4. vergelijken
  5. vergelijken
  6. vergelijken
o.v.t.
  1. vergeleek
  2. vergeleek
  3. vergeleek
  4. vergeleken
  5. vergeleken
  6. vergeleken
v.t.t.
  1. heb vergeleken
  2. hebt vergeleken
  3. heeft vergeleken
  4. hebben vergeleken
  5. hebben vergeleken
  6. hebben vergeleken
v.v.t.
  1. had vergeleken
  2. had vergeleken
  3. had vergeleken
  4. hadden vergeleken
  5. hadden vergeleken
  6. hadden vergeleken
o.t.t.t.
  1. zal vergelijken
  2. zult vergelijken
  3. zal vergelijken
  4. zullen vergelijken
  5. zullen vergelijken
  6. zullen vergelijken
o.v.t.t.
  1. zou vergelijken
  2. zou vergelijken
  3. zou vergelijken
  4. zouden vergelijken
  5. zouden vergelijken
  6. zouden vergelijken
diversen
  1. vergelijk!
  2. vergelijkt!
  3. vergeleken
  4. vergelijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vergelijken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
comparer bij elkaar houden; compareren; tegenover elkaar stellen; vergelijken
comparer entre eux bij elkaar houden; compareren; tegenover elkaar stellen; vergelijken
confronter bij elkaar houden; compareren; tegenover elkaar stellen; vergelijken confronteren; onder ogen zien; oog in oog laten komen; tegenover elkaar stellen
conférer bij elkaar houden; compareren; tegenover elkaar stellen; vergelijken beraadslagen; confereren; een conferentie houden; in bespreking zijn; overleggen; overwegen; vergaderen

Related Definitions for "vergelijken":

  1. kijken naar verschillen en overeenkomsten1
    • ik heb de twee televisies met elkaar vergeleken1

Wiktionary Translations for vergelijken:

vergelijken
verb
  1. de overeenkomsten en verschillen van twee zaken in beschouwing nemen
vergelijken
verb
  1. examiner les rapports de ressemblance et de différence entre une chose et une autre, entre une personne et une autre.

Cross Translation:
FromToVia
vergelijken assimiler assimilate — to compare something to another similar one
vergelijken comparer compare — to assess the similarities between two things or between one thing and another
vergelijken comparer liken — compare
vergelijken comparer vergleichen — zwei oder mehrere Dinge auf Gemeinsamkeiten und Unterschiede prüfen