Summary


Dutch

Detailed Translations for verstoken from Dutch to French

verstoken:

verstoken adj

  1. verstoken

verstoken verb (verstook, verstookt, verstookte, verstookten, verstookt)

  1. verstoken

Conjugations for verstoken:

o.t.t.
  1. verstook
  2. verstookt
  3. verstookt
  4. verstoken
  5. verstoken
  6. verstoken
o.v.t.
  1. verstookte
  2. verstookte
  3. verstookte
  4. verstookten
  5. verstookten
  6. verstookten
v.t.t.
  1. heb verstookt
  2. hebt verstookt
  3. heeft verstookt
  4. hebben verstookt
  5. hebben verstookt
  6. hebben verstookt
v.v.t.
  1. had verstookt
  2. had verstookt
  3. had verstookt
  4. hadden verstookt
  5. hadden verstookt
  6. hadden verstookt
o.t.t.t.
  1. zal verstoken
  2. zult verstoken
  3. zal verstoken
  4. zullen verstoken
  5. zullen verstoken
  6. zullen verstoken
o.v.t.t.
  1. zou verstoken
  2. zou verstoken
  3. zou verstoken
  4. zouden verstoken
  5. zouden verstoken
  6. zouden verstoken
diversen
  1. verstook!
  2. verstookt!
  3. verstookt
  4. verstokend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verstoken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
dépenser en combustible verstoken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
privé verstoken besloten; eigen; particulier; privé
ModifierRelated TranslationsOther Translations
démuni verstoken onbemiddeld; ongegoed; onvermogend
dépourvu verstoken armzalig; deplorabel; ellendig; karig; mager; meelijwekkend; misdeeld; miserabel; pover; schamel; schraal; zinledig

Related Definitions for "verstoken":

  1. het zonder dat moeten stellen, het moeten missen1
    • hij is verstoken van huishoudelijke hulp1

Related Translations for verstoken