Summary
Dutch to French: more detail...
- verwarmen:
-
Wiktionary:
- verwarmen → chauffer, se chauffer
- verwarmen → chauffer, échauffer, réchauffer
Dutch
Detailed Translations for verwarmen from Dutch to French
verwarmen:
-
verwarmen (eten opwarmen; opwarmen; verhitten; warm maken)
chauffer; échauffer; réchauffer la nourriture-
chauffer verb (chauffe, chauffes, chauffons, chauffez, chauffent, chauffais, chauffait, chauffions, chauffiez, chauffaient, chauffai, chauffas, chauffa, chauffâmes, chauffâtes, chauffèrent, chaufferai, chaufferas, chauffera, chaufferons, chaufferez, chaufferont)
-
échauffer verb (échauffe, échauffes, échauffons, échauffez, échauffent, échauffais, échauffait, échauffions, échauffiez, échauffaient, échauffai, échauffas, échauffa, échauffâmes, échauffâtes, échauffèrent, échaufferai, échaufferas, échauffera, échaufferons, échaufferez, échaufferont)
-
Conjugations for verwarmen:
o.t.t.
- verwarm
- verwarmt
- verwarmt
- verwarmen
- verwarmen
- verwarmen
o.v.t.
- verwarmde
- verwarmde
- verwarmde
- verwarmden
- verwarmden
- verwarmden
v.t.t.
- heb verwarmd
- hebt verwarmd
- heeft verwarmd
- hebben verwarmd
- hebben verwarmd
- hebben verwarmd
v.v.t.
- had verwarmd
- had verwarmd
- had verwarmd
- hadden verwarmd
- hadden verwarmd
- hadden verwarmd
o.t.t.t.
- zal verwarmen
- zult verwarmen
- zal verwarmen
- zullen verwarmen
- zullen verwarmen
- zullen verwarmen
o.v.t.t.
- zou verwarmen
- zou verwarmen
- zou verwarmen
- zouden verwarmen
- zouden verwarmen
- zouden verwarmen
diversen
- verwarm!
- verwarmt!
- verwarmd
- verwarmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verwarmen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
chauffer | eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken | heetlopen; warm worden; warmen |
réchauffer la nourriture | eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken | |
échauffer | eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken |
Wiktionary Translations for verwarmen:
verwarmen
Cross Translation:
verb
verwarmen
-
iets warm maken
- verwarmen → chauffer
-
zich ~ : zich opwarmen
- verwarmen → se chauffer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verwarmen | → échauffer; réchauffer; chauffer | ↔ heat — to cause an increase in temperature of an object or space |
• verwarmen | → chauffer; échauffer; réchauffer | ↔ warm — to make or keep warm |