Dutch
Detailed Translations for voorhebben from Dutch to French
voorhebben:
-
voorhebben (van plan zijn)
avoir en vue; projeter; avoir l'intention de-
avoir en vue verb
-
projeter verb (projette, projettes, projetons, projetez, projettent, projetais, projetait, projetions, projetiez, projetaient, projetai, projetas, projeta, projetâmes, projetâtes, projetèrent, projetterai, projetteras, projettera, projetterons, projetterez, projetteront)
-
avoir l'intention de verb
-
Conjugations for voorhebben:
o.t.t.
- heb voor
- hebt voor
- hebt voor
- hebben voor
- hebben voor
- hebben voor
o.v.t.
- had voor
- had voor
- had voor
- hadden voor
- hadden voor
- hadden voor
v.t.t.
- heb voorgehad
- hebt voorgehad
- heeft voorgehad
- hebben voorgehad
- hebben voorgehad
- hebben voorgehad
v.v.t.
- had voorgehad
- had voorgehad
- had voorgehad
- hadden voorgehad
- hadden voorgehad
- hadden voorgehad
o.t.t.t.
- zal voorhebben
- zult voorhebben
- zal voorhebben
- zullen voorhebben
- zullen voorhebben
- zullen voorhebben
o.v.t.t.
- zou voorhebben
- zou voorhebben
- zou voorhebben
- zouden voorhebben
- zouden voorhebben
- zouden voorhebben
diversen
- heb voor!
- hebt voor!
- voorgehad
- voorhebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for voorhebben:
Verb | Related Translations | Other Translations |
avoir en vue | van plan zijn; voorhebben | aansturen op; bedoelen; beogen; doel beogen; ergens iets mee willen zeggen; ten doel hebben; van plan zijn; viseren |
avoir l'intention de | van plan zijn; voorhebben | van plan zijn; voornemen |
projeter | van plan zijn; voorhebben | afdraaien; bedenken; beramen; plan beramen; plannen; projecteren; verzinnen; zinnen |