Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Translate voorzitters

Translate voorzitters from Dutch to French

Summary

Dutch to French: more detail...

voorzitters:
- présidents
voorzitter:
- président; gérant; dirigeant; directeur; manager; grand chef; leader
Wiktionary:
- voorzitter → président
- voorzitter → secrétaire général, président

Dutch

Detailed Translations for voorzitters from Dutch to French

voorzitters:

voorzitters [de ~] noun, plural

de voorzitters (presidenten)
le présidents
- présidents [le ~] noun

Translation Matrix for voorzitters:

Noun	Related Translations	Other Translations
présidents	presidenten; voorzitters	presidenten; staatshoofden van republieken

Related Words for "voorzitters":

voorzitter

voorzitter:

voorzitter [de ~ (m)] noun

de voorzitter (bestuurder; manager; kopstuk)
le président; le gérant; le dirigeant; le directeur; le manager; le grand chef; la leader
- président [le ~] noun
- gérant [le ~] noun
- dirigeant [le ~] noun
- directeur [le ~] noun
- manager [le ~] noun
- grand chef [le ~] noun
- leader [la ~] noun
de voorzitter
le président
- président [le ~] noun

Translation Matrix for voorzitter:

Noun	Related Translations	Other Translations
directeur	bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter	aanvoerder; baas; bedrijfsleider; bevelhebber; chef; commandant; hoofd; hoofdonderwijzer; kapitein; manager; meerdere; meester; patroon; rector; schooldirecteur; schoolhoofd; superieur
dirigeant	bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter	aanvoerder; bevelhebber; bewindvoerder; commandant; kapitein; regeerder
grand chef	bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter	aanvoerder; bevelhebber; commandant; hoofd; hoofdleider; hoofdman; kapitein; opperhoofd; stamhoofd
gérant	bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter	aanvoerder; administrateur; bedrijfsleider; beheerder; bevelhebber; boedelredder; boekhouder; commandant; curator; gouverneur; intendant; kapitein; landvoogd; manager; referendaris; regent; rijksbestuurder; stadhouder; zaakwaarnemer; zetbaas
leader	bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter	aanvoerder; aanvoerster; bevelhebber; commandant; directeur; kapitein; leidster; leidsvrouw; vlootschipper; voorvrouw
manager	bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter	aanvoerder; bedrijfsleider; bevelhebber; commandant; gids; kapitein; manager; reisbegeleider; zetbaas
président	bestuurder; kopstuk; manager; voorzitter	aanvoerder; bevelhebber; commandant; hoofd; hoofdman; kapitein; leider; president
Modifier	Related Translations	Other Translations
directeur		richtinggevend
dirigeant		leidend; leidinggevend

Related Words for "voorzitter":

voorzitters

Wiktionary Translations for voorzitter:

voorzitter

noun

hoofd van een bestuur, leider van een vergadering
- voorzitter → président

voorzitter

noun

Personne qui préside une compagnie, une assemblée, un tribunal, une cour.
- président → president; praeses; voorzitter

Cross Translation:

From	To	Via
• voorzitter	→ secrétaire général; président	↔ chairman — person presiding over a meeting
• voorzitter	→ secrétaire général; président	↔ chairperson — a person who presides over a meeting, a board