Summary
Dutch to French: more detail...
- wederkerend:
- wederkeren:
-
Wiktionary:
- wederkerend → réfléchi
- wederkerend → intermittent, réfléchi, pronominal
Dutch
Detailed Translations for wederkerend from Dutch to French
wederkerend:
Translation Matrix for wederkerend:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
réfléchi | reflexief; wederkerend | aannemelijk; alert; bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; degelijk; doelbewust; doordacht; gefundeerd; gegrond; hoede; logisch; omzichtig; op goede gronden steunend; overdacht; paraat; solide; steekhoudend; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend |
Wiktionary Translations for wederkerend:
wederkerend
Cross Translation:
adjective
-
Se dit d’un pronom qui représente le même référent que le sujet
-
Se dit d’un verbe dont le sujet exerce l’action sur lui-même
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wederkerend | → intermittent | ↔ intermittent — stopping and starting at intervals |
• wederkerend | → réfléchi | ↔ reflexive — in grammar |
• wederkerend | → pronominal | ↔ reflexiv — Linguistik: in Bezug auf ein Verb: rückbezüglich auf das Subjekt |
wederkerend form of wederkeren:
-
wederkeren (weerkeren)
retourner; revenir; rentrer; se répéter-
retourner verb (retourne, retournes, retournons, retournez, retournent, retournais, retournait, retournions, retourniez, retournaient, retournai, retournas, retourna, retournâmes, retournâtes, retournèrent, retournerai, retourneras, retournera, retournerons, retournerez, retourneront)
-
revenir verb (reviens, revient, revenons, revenez, reviennent, revenais, revenait, revenions, reveniez, revenaient, revins, revint, revînmes, revîntes, revinrent, reviendrai, reviendras, reviendra, reviendrons, reviendrez, reviendront)
-
rentrer verb (rentre, rentres, rentrons, rentrez, rentrent, rentrais, rentrait, rentrions, rentriez, rentraient, rentrai, rentras, rentra, rentrâmes, rentrâtes, rentrèrent, rentrerai, rentreras, rentrera, rentrerons, rentrerez, rentreront)
-
se répéter verb
-
Conjugations for wederkeren:
o.t.t.
- keer weder
- keert weder
- keert weder
- keren weder
- keren weder
- keren weder
o.v.t.
- keerde weder
- keerde weder
- keerde weder
- keerden weder
- keerden weder
- keerden weder
v.t.t.
- ben wedergekeerd
- bent wedergekeerd
- is wedergekeerd
- zijn wedergekeerd
- zijn wedergekeerd
- zijn wedergekeerd
v.v.t.
- was wedergekeerd
- was wedergekeerd
- was wedergekeerd
- waren wedergekeerd
- waren wedergekeerd
- waren wedergekeerd
o.t.t.t.
- zal wederkeren
- zult wederkeren
- zal wederkeren
- zullen wederkeren
- zullen wederkeren
- zullen wederkeren
o.v.t.t.
- zou wederkeren
- zou wederkeren
- zou wederkeren
- zouden wederkeren
- zouden wederkeren
- zouden wederkeren
diversen
- keer weder!
- keert weder!
- wedergekeerd
- wederkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze