Noun | Related Translations | Other Translations |
critique
|
|
aanmerking; beoordeling; bespreking; boekbespreking; commentaar; criticus; kritiek; opmerking; recensent; recensie
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
-
|
essentieel
|
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
approfondi
|
fundamenteel; wezenlijk
|
accuraat; degelijk; diepgaand; diepgravend; doorgrond; doorzien; gedetailleerd; grondig; helemaal; in details; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; niet oppervlakkig; precies; secuur; totaal; uitgewerkt; volkomen; zorgvuldig
|
consciencieusement
|
fundamenteel; wezenlijk
|
accuraat; angstvallig; bindend; conscientieus; consciëntieus; dwingend; exact; gedetailleerd; gewetensvol; grondig; juist; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; plichtsgetrouw; precies; ragfijn; scrupuleus; secuur; stipt; streng; strikt; stringent; vol zorg; voorzichtig; zorgvuldig; zorgzaam
|
consciencieux
|
fundamenteel; wezenlijk
|
accuraat; angstvallig; bindend; consciëntieus; dwingend; exact; gedetailleerd; gewetensvol; grondig; juist; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; plichtsgetrouw; precies; ragfijn; scrupuleus; secuur; stipt; streng; strikt; stringent; vol zorg; voorzichtig; zorgvuldig; zorgzaam
|
critique
|
essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
bedenkelijk; benard; benauwd; betwist; cruciaal; delicaat; dubieus; ernstig; hachelijk; kardinaal; kritiek; kritisch; kwestieus; lastig; moeilijk; netelig; niet makkelijk; omstreden; ongemakkelijk; onrustbarend; penibel; precair; problematisch; twijfelachtig; van levensbelang; verdacht; verontrustend; vitaal; voornaamst; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
|
crucial
|
essentieel; fundamenteel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
cruciaal; elementair; essentieel; heel belangrijk; kardinaal; noodzakelijk; van levensbelang; vereist; vitaal; voornaamst
|
dans le détail
|
fundamenteel; wezenlijk
|
accuraat; gedetailleerd; grondig; in details; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; secuur; uitgewerkt; zorgvuldig
|
de base
|
essentieel; fundamenteel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
basis; elementair; fundamenteel; grondig; principieel; tot grondslag dienend; zorgvuldig
|
de première nécessité
|
essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
broodnodig; hard nodig
|
décisif
|
essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
aanvoerend; afdoend; beslissend; cruciaal; definitieve; dominant; doorslaggevend; eerste; elementair; essentieel; gezaghebbend; kardinaal; leidend; maatgevend; meestens; noodzakelijk; overtuigend; overwegend; toonaangevend; van levensbelang; vereist; vitaal; vooraanstaande; voornaamst
|
en profondeur
|
fundamenteel; wezenlijk
|
degelijk; diepgaand; diepgravend; grondig; helemaal; niet oppervlakkig; totaal; volkomen; zorgvuldig
|
essentiel
|
essentieel; fundamenteel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
belangrijk; benodigd; cruciaal; door de behoefte vereist; elementair; essentieel; grondig; kardinaal; nodig; noodzakelijk; van belang; vereist; voornaamst; zorgvuldig
|
essentielle
|
essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
|
foncièrement
|
essentieel; fundamenteel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk
|
fondamental
|
essentieel; fundamenteel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
belangrijk; cruciaal; elementair; essentieel; fundamenteel; grondig; kardinaal; noodzakelijk; principieel; tot grondslag dienend; van belang; vereist; voornaamst; zorgvuldig
|
indispensable
|
essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
benodigd; broodnodig; cruciaal; door de behoefte vereist; elementair; essentieel; hard nodig; hoognodig; nodig; noodzakelijk; vereist
|
intrinsèque
|
essentieel; fundamenteel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
intrinsiek
|
inéluctable
|
essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk
|
inévitable
|
essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
door de behoefte vereist; nodig; noodzakelijk; onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk
|
nécessairement
|
essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
door de behoefte vereist; nodig; noodzakelijk; onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk
|
vital
|
essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
cruciaal; kardinaal; levenskrachtig; van levensbelang; vitaal; voornaamst
|
élémentaire
|
essentieel; fundamenteel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
basis; eenvoudig; elementair; gemakkelijk; in een handomdraai; licht; makkelijk; moeiteloos; natuurlijk; niet donker; niet moeilijk; ongecompliceerd; ongekunsteld; simpel; vanzelf; zonder moeite
|