Dutch
Detailed Translations for zich bezeren from Dutch to French
zich bezeren:
-
zich bezeren (zich verwonden; zich pijn doen)
blesser; faire mal à-
blesser verb (blesse, blesses, blessons, blessez, blessent, blessais, blessait, blessions, blessiez, blessaient, blessai, blessas, blessa, blessâmes, blessâtes, blessèrent, blesserai, blesseras, blessera, blesserons, blesserez, blesseront)
-
faire mal à verb
-
Translation Matrix for zich bezeren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
blesser | zich bezeren; zich pijn doen; zich verwonden | aantasten; aanvreten; bederven; belasteren; benadelen; beschadigen; bezeren; blesseren; deren; duperen; folteren; grieven; in elkaar slaan; knauwen; krenken; kwaadspreken; kwellen; kwetsen; lasteren; martelen; nadeel berokkenen; nadeel toebrengen; pijn bezorgen; pijn doen; pijnigen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden; smaden; toetakelen; verwonden; zeer doen |
faire mal à | zich bezeren; zich pijn doen; zich verwonden | aantasten; aanvreten; bederven; beschadigen |