Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. zich oriënteren:


Dutch

Detailed Translations for zich oriënteren from Dutch to French

zich oriënteren:

zich oriënteren verb

  1. zich oriënteren
    chercher; s'orienter; regarder autour de soi
    • chercher verb (cherche, cherches, cherchons, cherchez, )
    • s'orienter verb
  2. zich oriënteren

Translation Matrix for zich oriënteren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
chercher zich oriënteren aankomen; afhalen en meenemen; afzoeken; bezoeken; inlopen; langskomen; naslaan; naspeuren; nasporen; om zich heen kijken; onderzoeken; op bezoek komen; ophalen; oppikken; opzoeken; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; rondzien; struinen; voorbijkomen; zien te vinden; zoeken
regarder autour de soi zich oriënteren om zich heen kijken; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; rondzien; struinen
s'orienter zich oriënteren oriënteren

Related Translations for zich oriënteren