Dutch
Detailed Synonyms for binnengaan in Dutch
binnengaan:
-
binnengaan
Conjugations for binnengaan:
o.t.t.
- ga binnen
- gaat binnen
- gaat binnen
- gaan binnen
- gaan binnen
- gaan binnen
o.v.t.
- ging binnen
- ging binnen
- ging binnen
- gingen binnen
- gingen binnen
- gingen binnen
v.t.t.
- ben binnengegaan
- bent binnengegaan
- is binnengegaan
- zijn binnengegaan
- zijn binnengegaan
- zijn binnengegaan
v.v.t.
- was binnengegaan
- was binnengegaan
- was binnengegaan
- waren binnengegaan
- waren binnengegaan
- waren binnengegaan
o.t.t.t.
- zal binnengaan
- zult binnengaan
- zal binnengaan
- zullen binnengaan
- zullen binnengaan
- zullen binnengaan
o.v.t.t.
- zou binnengaan
- zou binnengaan
- zou binnengaan
- zouden binnengaan
- zouden binnengaan
- zouden binnengaan
diversen
- ga binnen!
- gaat binnen!
- binnengegaan
- binnengaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
binnengaan