Dutch
Detailed Synonyms for doorwroeten in Dutch
doorwroeten:
-
doorwroeten
Conjugations for doorwroeten:
o.t.t.
- wroet door
- wroet door
- wroet door
- wroeten door
- wroeten door
- wroeten door
o.v.t.
- wroette door
- wroette door
- wroette door
- wroetten door
- wroetten door
- wroetten door
v.t.t.
- heb doorgewroet
- hebt doorgewroet
- heeft doorgewroet
- hebben doorgewroet
- hebben doorgewroet
- hebben doorgewroet
v.v.t.
- had doorgewroet
- had doorgewroet
- had doorgewroet
- hadden doorgewroet
- hadden doorgewroet
- hadden doorgewroet
o.t.t.t.
- zal doorwroeten
- zult doorwroeten
- zal doorwroeten
- zullen doorwroeten
- zullen doorwroeten
- zullen doorwroeten
o.v.t.t.
- zou doorwroeten
- zou doorwroeten
- zou doorwroeten
- zouden doorwroeten
- zouden doorwroeten
- zouden doorwroeten
diversen
- wroet door!
- wroet door!
- doorgewroet
- doorwroetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze