Summary
Dutch
Detailed Synonyms for herhaald in Dutch
herhaald:
herhaald form of herhalen:
Conjugations for herhalen:
o.t.t.
- herhaal
- herhaalt
- herhaalt
- herhalen
- herhalen
- herhalen
o.v.t.
- herhaalde
- herhaalde
- herhaalde
- herhaalden
- herhaalden
- herhaalden
v.t.t.
- heb herhaald
- hebt herhaald
- heeft herhaald
- hebben herhaald
- hebben herhaald
- hebben herhaald
v.v.t.
- had herhaald
- had herhaald
- had herhaald
- hadden herhaald
- hadden herhaald
- hadden herhaald
o.t.t.t.
- zal herhalen
- zult herhalen
- zal herhalen
- zullen herhalen
- zullen herhalen
- zullen herhalen
o.v.t.t.
- zou herhalen
- zou herhalen
- zou herhalen
- zouden herhalen
- zouden herhalen
- zouden herhalen
en verder
- is herhaald
- zijn herhaald
diversen
- herhaal!
- herhaalt!
- herhaald
- herhalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze