Dutch
Detailed Synonyms for hovenieren in Dutch
hovenieren:
-
hovenieren
Conjugations for hovenieren:
o.t.t.
- hovenieer
- hovenieert
- hovenieert
- hovenieren
- hovenieren
- hovenieren
o.v.t.
- hovenieerde
- hovenieerde
- hovenieerde
- hovenieerden
- hovenieerden
- hovenieerden
v.t.t.
- heb gehovenierd
- hebt gehovenierd
- heeft gehovenierd
- hebben gehovenierd
- hebben gehovenierd
- hebben gehovenierd
v.v.t.
- had gehovenierd
- had gehovenierd
- had gehovenierd
- hadden gehovenierd
- hadden gehovenierd
- hadden gehovenierd
o.t.t.t.
- zal hovenieren
- zult hovenieren
- zal hovenieren
- zullen hovenieren
- zullen hovenieren
- zullen hovenieren
o.v.t.t.
- zou hovenieren
- zou hovenieren
- zou hovenieren
- zouden hovenieren
- zouden hovenieren
- zouden hovenieren
diversen
- hovenieer!
- hovenieert!
- gehovenierd
- hovenierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Related Words for "hovenieren":
hovenieren form of hovenier:
-
de hovenier