Dutch

Detailed Synonyms for overschot in Dutch

overschot:

overschot [het ~] noun

  1. het overschot
    het surplus; het teveel; het overschot; het agio; de rest; het exces
  2. het overschot
    het overblijfsel; de rest; de restant; het overgeblevene; laatste rest; het overschot

Related Words for "overschot":