Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. spiegelen:
  2. spiegel:


Dutch

Detailed Synonyms for spiegelen in Dutch

spiegelen:

spiegelen verb

  1. spiegelen

spiegelen form of spiegel:

spiegel [de ~ (m)] noun

  1. de spiegel
    de spiegel
  2. de spiegel
    – plat glas met zilverkleurige laag dat het beeld weerkaatst 1
    de spiegel
    – plat glas met zilverkleurige laag dat het beeld weerkaatst 1
    • spiegel [de ~ (m)] noun
      • ik zag in de spiegel dat mijn haar niet goed zat1

Related Words for "spiegel":

  • spiegelen, spiegels, spiegeltje, spiegeltjes

Related Definitions for "spiegel":

  1. plat glas met zilverkleurige laag dat het beeld weerkaatst1
    • ik zag in de spiegel dat mijn haar niet goed zat1