Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- aanbieden:
-
Wiktionary:
- aanbieden → erbjuda, bjuda på, bjuda ut, presentera
Dutch
Detailed Translations for aanbieden from Dutch to Swedish
aanbieden:
-
aanbieden (indienen)
-
aanbieden (offreren; presenteren)
-
aanbieden (aanreiken; geven)
-
aanbieden (presenteren; tonen; voorleggen; laten zien; offreren)
visa; sätta fram för visning-
sätta fram för visning verb (sätter fram för visning, satte fram för visning, satt fram för visning)
Conjugations for aanbieden:
o.t.t.
- bied aan
- biedt aan
- biedt aan
- bieden aan
- bieden aan
- bieden aan
o.v.t.
- bood aan
- bood aan
- bood aan
- boden aan
- boden aan
- boden aan
v.t.t.
- heb aangeboden
- hebt aangeboden
- heeft aangeboden
- hebben aangeboden
- hebben aangeboden
- hebben aangeboden
v.v.t.
- had aangeboden
- had aangeboden
- had aangeboden
- hadden aangeboden
- hadden aangeboden
- hadden aangeboden
o.t.t.t.
- zal aanbieden
- zult aanbieden
- zal aanbieden
- zullen aanbieden
- zullen aanbieden
- zullen aanbieden
o.v.t.t.
- zou aanbieden
- zou aanbieden
- zou aanbieden
- zouden aanbieden
- zouden aanbieden
- zouden aanbieden
diversen
- bied aan!
- biedt aan!
- aangeboden
- aanbiedende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aanbieden:
Synonyms for "aanbieden":
Related Definitions for "aanbieden":
Wiktionary Translations for aanbieden:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aanbieden | → erbjuda; bjuda på | ↔ anbieten — etwas zum Essen, Trinken oder Genuss vorsetzen, bereitstellen |
• aanbieden | → bjuda ut; erbjuda | ↔ anbieten — etwas zum Kauf, Tausch, Übernahme oder dergleichen ausstellen, bereitstellen |
• aanbieden | → presentera | ↔ présenter — Traductions à trier suivant le sens |