Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. gezondheid:
  2. gezond:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gezondheid! from Dutch to Swedish

gezondheid:

gezondheid [de ~ (v)] noun

  1. de gezondheid (welzijn)
    friskhet; välbefinnande; hälsa; sundhet

Translation Matrix for gezondheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
friskhet gezondheid; welzijn kwiekheid; versheid
hälsa gezondheid; welzijn saluutschot; status
sundhet gezondheid; welzijn betrouwbaarheid; degelijkheid; deugdelijkheid; soliditeit; stevigheid
välbefinnande gezondheid; welzijn
VerbRelated TranslationsOther Translations
hälsa begroeten; gedag zeggen; groeten; salueren

Related Words for "gezondheid":


Antonyms for "gezondheid":


Related Definitions for "gezondheid":

  1. toestand waarin je niets mankeert1
    • mijn gezondheid is goed: ik ben nooit ziek1

Wiktionary Translations for gezondheid:


Cross Translation:
FromToVia
gezondheid väl bekomme; prosit bless you — said to somebody who has sneezed
gezondheid skål cheers — toast when drinking
gezondheid frisk; vid god hälsa health — state of being free of physical or psychological disease, illness, or malfunction
gezondheid skål; gutår zum Wohl — ein meist nur ausgesprochener Wunsch des Wohlergehens aller, die in einer geselligen Trinkrunde das Glas erheben und anstoßen, das heißt, die Gläser klingen zu lassen
gezondheid hälsa; sundhet santé — Bon état de l’organisme (1)
gezondheid prosit à tes souhaitsformule de politesse que l’on dit à une personne qui vient d’éternuer, et que l’on tutoie.
gezondheid skål à votre santéformule traditionnelle échangée entre convives pour trinquer.

gezond:


Translation Matrix for gezond:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
blomstrande blakend; gezond; zonder ziekte fleurig; florissant
friskt blakend; fit; getraind; gezond fris; frisjes; knappend; koel
hälsosam gezond; gezondheidsbevorderend gelukkig; voorspoedig
hälsosamt gezond; gezondheidsbevorderend bevorderlijk; dienstig; gelukkig; gezondheids; gunstig; heilzaam; positief; tot nut; voorspoedig; zegenrijk
i form blakend; fit; getraind; gezond
i god form blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
kry blakend; fit; getraind; gezond
piggt blakend; fit; getraind; gezond pikant
rosigt blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte rooskleurig; rozig
vid god hälsa blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
välmående blakend; gezond; zonder ziekte

Related Words for "gezond":

  • gezondheid, gezonder, gezondere, gezondst, gezondste

Antonyms for "gezond":


Related Definitions for "gezond":

  1. goed voor je lichaam1
    • zwemmen is gezond1
  2. wie lichamelijk goed in orde is1
    • een gezond mens hoeft nooit naar de dokter1

Wiktionary Translations for gezond:

gezond
adjective
  1. vrij van ziektes en zeertes
  2. bevorderlijk voor een goede conditie

Cross Translation:
FromToVia
gezond frisk well — in good health
gezond sund sain — Qui est de bonne constitution, qui n’a pas de tares en son organisme. Qui n’est pas altéré, qui est en bon état.


Wiktionary Translations for gezondheid!:


Cross Translation:
FromToVia
gezondheid! prosit God bless you — said to somebody who has sneezed

External Machine Translations:

Related Translations for gezondheid!