Summary
Dutch
Detailed Translations for zoetigheid from Dutch to Swedish
zoetigheid:
-
de zoetigheid (snoepgoed; snoepjes; lekkers)
-
de zoetigheid (versnapering; tussendoortje; lekkers)
Translation Matrix for zoetigheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
godis | lekkers; snoepgoed; snoepjes; zoetigheid | kandij; konfijt; snoep; snoepgoed; suikergoed; suikerwerk |
godsaker | lekkers; snoepgoed; snoepjes; zoetigheid | |
mellanmål | lekkers; tussendoortje; versnapering; zoetigheid | hapje; hapjes; snack; tussendoortje |
sötsaker | lekkers; snoepgoed; snoepjes; zoetigheid | banketbakker; kandij; suikerbakkerij |
Related Words for "zoetigheid":
Wiktionary Translations for zoetigheid:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zoetigheid | → godis | ↔ Süßigkeit — meist Plural: Lebensmittel, die süß sind und als Naschzeug verwendet werden |
zoetig:
Translation Matrix for zoetig:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
sött | zoetig | bevallig; elegant; geestig; geinig; gracieus; grappig; knap; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lieflijk; lollig; mooi; schoon; sierlijk; suikerachtig; suikerig; welgemaakt; zoet; zoetsmakend |