Summary
Dutch
Detailed Translations for bruin from Dutch to Swedish
bruin:
-
bruin (bruin van kleur)
Translation Matrix for bruin:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
brun | bruin; bruin van kleur | gebronsd; gebruind; zongebruind |
brunt | bruin; bruin van kleur | gebronsd; gebruind; zongebruind |
Related Words for "bruin":
Related Definitions for "bruin":
Wiktionary Translations for bruin:
bruin form of bruinen:
-
bruinen (bronzen)
Conjugations for bruinen:
o.t.t.
- bruin
- bruint
- bruint
- bruinen
- bruinen
- bruinen
o.v.t.
- bruinde
- bruinde
- bruinde
- bruinden
- bruinden
- bruinden
v.t.t.
- ben gebruind
- bent gebruind
- is gebruind
- zijn gebruind
- zijn gebruind
- zijn gebruind
v.v.t.
- was gebruind
- was gebruind
- was gebruind
- waren gebruind
- waren gebruind
- waren gebruind
o.t.t.t.
- zal bruinen
- zult bruinen
- zal bruinen
- zullen bruinen
- zullen bruinen
- zullen bruinen
o.v.t.t.
- zou bruinen
- zou bruinen
- zou bruinen
- zouden bruinen
- zouden bruinen
- zouden bruinen
diversen
- bruin!
- bruint!
- gebruind
- bruinend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bruinen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
bli brun | bronzen; bruinen | |
få färg | bronzen; bruinen |