Dutch

Detailed Translations for onderhoud from Dutch to Swedish

onderhoud:

onderhoud [het ~] noun

  1. het onderhoud (onderhoudsgeld; voedsel; kost)
  2. het onderhoud (verzorging)
    underhåll
  3. het onderhoud (in goede staat houden)
  4. het onderhoud (samenspraak; gesprek)
    konversation; dialog; samspråk

Translation Matrix for onderhoud:

NounRelated TranslationsOther Translations
dialog gesprek; onderhoud; samenspraak dialoog; samenspraak; tweegesprek; tweespraak
hålla uppe in goede staat houden; onderhoud
konversation gesprek; onderhoud; samenspraak dialoog; discussie; gesprek; mondeling onderhoud; samenspraak; tweegesprek; tweespraak
samspråk gesprek; onderhoud; samenspraak babbeltje; causerie; gebabbel; praatje
stöd kost; onderhoud; onderhoudsgeld; voedsel assistentie; houvast; medewerking; norm; ondersteuning; ruggensteun; rugsteun; schoor; schraag; schraagpijler; standaard; steun; steuntje; stut; support
underhåll kost; onderhoud; onderhoudsgeld; verzorging; voedsel alimentatie; alimentaties; behoud; handhaving; subsidie; tegemoetkoming; toelage; verpleging; verzorging; zorg
underhållande kost; onderhoud; onderhoudsgeld; voedsel amuseren; conferencier; instandhouden; vermaken
VerbRelated TranslationsOther Translations
underhållande staande houden
ModifierRelated TranslationsOther Translations
underhållande amusant; gehandhaafd; onderhoudend; vermakelijk

Related Words for "onderhoud":


Wiktionary Translations for onderhoud:


Cross Translation:
FromToVia
onderhoud underhåll maintenance — keeping a machine in service
onderhoud underhåll Unterhalt — Instandhaltung eines Objekts
onderhoud ans tenue — Traductions à trier suivant le sens.

onderhoud form of onderhouden:

onderhouden verb (onderhoud, onderhoudt, onderhield, onderhielden, onderhouden)

  1. onderhouden (financieel steunen)
    hjälpa någon finansiellt; stödja ekonomiskt; underhålla
  2. onderhouden (in stand houden; behouden)
    upprätthålla; uppehålla; vidmakthålla; hålla vid makt
    • upprätthålla verb (upprätthåller, upprätthöll, upprätthållit)
    • uppehålla verb (uppehåller, uppehöll, uppehållit)
    • vidmakthålla verb (vidmakthåller, vidmakthöll, vidmakthållit)
    • hålla vid makt verb (håller vid makt, höll vid makt, hållit vid makt)

Conjugations for onderhouden:

o.t.t.
  1. onderhoud
  2. onderhoudt
  3. onderhoudt
  4. onderhouden
  5. onderhouden
  6. onderhouden
o.v.t.
  1. onderhield
  2. onderhield
  3. onderhield
  4. onderhielden
  5. onderhielden
  6. onderhielden
v.t.t.
  1. heb onderhouden
  2. hebt onderhouden
  3. heeft onderhouden
  4. hebben onderhouden
  5. hebben onderhouden
  6. hebben onderhouden
v.v.t.
  1. had onderhouden
  2. had onderhouden
  3. had onderhouden
  4. hadden onderhouden
  5. hadden onderhouden
  6. hadden onderhouden
o.t.t.t.
  1. zal onderhouden
  2. zult onderhouden
  3. zal onderhouden
  4. zullen onderhouden
  5. zullen onderhouden
  6. zullen onderhouden
o.v.t.t.
  1. zou onderhouden
  2. zou onderhouden
  3. zou onderhouden
  4. zouden onderhouden
  5. zouden onderhouden
  6. zouden onderhouden
en verder
  1. ben onderhouden
  2. bent omderhouden
  3. is onderhouden
  4. zijn onderhouden
  5. zijn onderhouden
  6. zijn onderhouden
diversen
  1. onderhoud!
  2. onderhoudt!
  3. onderhouden
  4. onderhoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for onderhouden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
hjälpa någon finansiellt financieel steunen; onderhouden
hålla vid makt behouden; in stand houden; onderhouden
stödja ekonomiskt financieel steunen; onderhouden
underhålla financieel steunen; onderhouden binnenhalen; conserveren; feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; instandhouden; onthalen; ontvangen; vergasten; verlustigen
uppehålla behouden; in stand houden; onderhouden aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; ophouden; rekken; talmen; temporiseren; teuten; treuzelen; vertragen; zaniken; zeiken; zeuren
upprätthålla behouden; in stand houden; onderhouden conserveren; groothouden; instandhouden
vidmakthålla behouden; in stand houden; onderhouden
ModifierRelated TranslationsOther Translations
omhändertagen onderhouden; verzorgd
omhändertaget onderhouden; verzorgd
sörjt för onderhouden; verzorgd

Related Words for "onderhouden":


Synonyms for "onderhouden":


Antonyms for "onderhouden":


Related Definitions for "onderhouden":

  1. aangenaam bezig houden1
    • de goochelaar onderhield ons met zijn optreden1
  2. hem zoveel geven dat hij daarvan kan leven1
    • hij onderhoudt zijn gezin1
  3. het goed houden1
    • je moet die tuin wel onderhouden1

Wiktionary Translations for onderhouden:


Cross Translation:
FromToVia
onderhouden roa amuserdivertir par des choses agréables.
onderhouden behålla; förvara; konservera conservermaintenir en bon état, apporter le soin nécessaire pour empêcher qu’une chose ne se gâter, ne dépérir.
onderhouden behålla; förvara; konservera maintenirtenir ferme et fixe.

External Machine Translations:

Related Translations for onderhoud