Summary
Dutch
Detailed Translations for aanfluiting from Dutch to Swedish
aanfluiting:
-
de aanfluiting (spotternij; bespotting; spot; sarcasme; smaad; gespot; ironie; hoon)
Translation Matrix for aanfluiting:
Noun | Related Translations | Other Translations |
gyckel | aanfluiting; bespotting; gespot; hoon; ironie; sarcasme; smaad; spot; spotternij | kluchten; spotternij |
gäckeri | aanfluiting; bespotting; gespot; hoon; ironie; sarcasme; smaad; spot; spotternij | belediging; beschimping; schamp; spot |
hån | aanfluiting; bespotting; gespot; hoon; ironie; sarcasme; smaad; spot; spotternij | belediging; beschimping; bespotting; gespot; hoon; hoongelach; ironie; sarcasme; schamp; schamperheid; spot; spotternij; versmading |
spefullhet | aanfluiting; bespotting; gespot; hoon; ironie; sarcasme; smaad; spot; spotternij | spotternij |
åtlöje | aanfluiting; bespotting; gespot; hoon; ironie; sarcasme; smaad; spot; spotternij |